Pagina's

Posts tonen met het label bos. Alle posts tonen
Posts tonen met het label bos. Alle posts tonen

maandag 12 juni 2017

Adem in en uit


Zo nu en dan dringt het besef  door. Dat ik al dertien jaar in hetzelfde huis woon. Al zeventien jaar in dezelfde buurt. Sterker nog, al zeventien jaar met dezelfde man. Terwijl ik groots en meeslepend ging leven. Zo zie je maar. Dat soort dingen moet je je met je jonge kop niet voornemen, maar doen. Kortom, ik zit hier een partijtje ingekakt en burgerlijk te zijn. En heb wel weer eens zin in grote veranderingen. (Alsof drie kinderen krijgen niet al verandering genoeg is. Manisch mens dat ik ben...) Nu stort ik mezelf eens in de zoveel tijd op Funda. Op zoek naar dat Pippi Lankoushuis met veranda dat ik altijd al wilde. Of die verlaten villa op een eigen landgoed. Dat fantastische stadshuis mét toren en verwilderde tuin erachter. Of die idyllische boerderij waar alles anders zou kunnen worden. Maar ja. Nog altijd woon ik hier. Want ik vind het allemaal niks. Te ver, te niks, te duur, te tja, ehm praktisch. 


Maar gillend gek word ik ook in dit stadshuis met stadstuin (lees ommuurde gevangenis plek waar je jezelf kunt luchten). Ik weet het, dit is klagen, want we hébben een tuin. En een balkon. En een huis waar we inpassen. Maar ja. Niet 200 m2 moestuin aan huis. En dat vind ik toch wel een eerste levensbehoefte. Om te kunnen ademen. Want ik weet niet hoe andere mensen met drie kinderen dat doen, maar als ik die kinderen niet naar buiten kan schoppen, dan plak ik ze echt nog een keer achter het behang! Ze slopen alles, maken ruzie, en als ik op plek één aan het opruimen ben, hebben ze op plek twee alles uit de kast getrokken. Volgens mij kun je alleen zielsveel van je kinderen houden, als je ze ook af en toe weg kunt sturen. En dan bij voorkeur niet naar een verlaten speeltuin waar ook junks hangen. Maar naar een tuin die daar geschikt voor is. 

Dus zolang dat landgoed nog niet aan mijn huis zit, gaan wij wel naar dat landgoed toe. En echt, binnen vijf minuten is de stoom uit  mijn oren vervangen door wat lieflijke pluimpjes rook. Zie ik iedereen ontspannen en kunnen we elkaar weer oprecht zeggen hoe lief we elkaar vinden. Hoe minder ik dan tegen het trio zeg, hoe leuker ze de wandeling gaan vinden. Bloemen plukken, sprinkhanen vangen, en spontaan 'Wie komt er in mijn huisje?' doen. Nou ja. Net echt gezellig toch?






Nou goed. Voorlopig zingen we het zo wel uit. Door de week in de stad, in het weekend bij voorkeur in het groen. Mocht je nou een tip hebben voor dat landgoed dat te koop staat? Ik hou me aanbevolen. Ook voor de miljoenen die zoiets kost. Te gekke plannen om samen een landgoed te gaan beginnen zijn ook meer dan welkom trouwens! Hoe leuk zou dat zijn? *En zo droomde ze weer verder...* 

zaterdag 22 oktober 2016

Hihaherfst

Als je goed kijkt, zie je meer. (zoek de kinderen op het plaatje hierboven)
Als je goed luistert, hoor je meer.

Twee opdrachten die ik mezelf deze week gaf. Ik ben met drie kinderen op vakantie. Luister en kijk, zei ik tegen mezelf, meer niet. Vet fucking moeilijk. Ben ik superslecht in. Want ik heb een telefoon. En daarop komen mails, apps en geinige foto's van andere mensen met leuke levens/huizen/brave kinderen langs. En daar móet ik naar kijken. En niet naar de zandbak, waar de grote freule al twintig minuten een cursus geeft hoe je een perfecte zandtunnel graaft. Of naar het klimrek, waar de kleine freule heel knap met drie ledematen zichzelf in een ijzeren beugel heeft gewurmd. En waar hun kleine broer is, weet ik niet eens. Vast ergens met z'n sokken in een plas aan het stampen. Dat doet ie namelijk graag.
Behalve die telefoon is er ook nog het dagelijks leven. Ook op vakantie moeten mensen/kinderen eten, badderen, aankleden, poepen, tandenpoetsen, haren kammen, jassen aan, weer eten, ruzie maken en uitgelaten worden. Er is iemand nodig die dat alles faciliteert en die iemand ben ik. Dag. En nacht. Dat is leuk om te doen. En vermoeiend, liefdevol, uitputtend, gezellig en ongezellig en alles tegelijk. Maar je moet het wel doen. En ik hou er niet van als iets moet. En ik hou ook niet van dagelijks leven, zelfs niet op vakantie. De ellende is dat mijn trio daar ook niet zo van is. Die geven niet om hygiëne, een vlekloos- en klitloos voorkomen, of drie voorspelbare eetmomenten per dag. Die houden van stinken in pyjama, honger hebben als ik net het ontbijt heb opgeruimd wegens desinteresse en nooit meer naar bed gaan. Gek. Ik weet niet van wie ze dat hebben. 
Met dat alleen maar kijken en luisteren gaat het dus niet zo best, al leek dat een goed idee. Ik ploeter wat, foeter wat op het niet werkende internet en de kapotte vaatwasser en roep zo nu en dan dat ik graag brave kinderen zou hebben. Haha. En verder doe ik heel weinig. Geen groots vakantieprogramma, maar kijken wat lukt op een dag. Paste goed in m'n kijken-luisteren strategie. Beetje springen op het springkussen buiten, beetje tekenen, blaadjes in duizend stukjes knippen of een hut bouwen in de gangkast. Hoe minder programma, hoe beter eigenlijk. Hoe meer iedereen tot rust komt. Ik vond het een inzicht. Heeft ook iets met kijken te maken. 
En terwijl we zo wat aanklooien, in het bos herten zoeken, of zelf hert spelen met een gevaarlijke tak als gewei, hoor ik eigenlijk meer dan ik dacht. Zoals dit gesprekje met de grote freule: 'Ianthe heeft een vriendinnetje gemaakt. Ze is heel netjes. Net als mijn vriendin.' Ik: 'Eigenlijk is iedereen netjes, behalve wij.' Waarop Savine zegt: 'Maar wij zijn wel leuke mensen.' Haha. Dus.
Maar ze was nog niet klaar met haar wijsheden hoor. Ik complimenteerde haar met haar acrobatische kunsten: 'Dat slingeren aan het rek kan ik echt niet!' Savine: 'Tja, iedereen is anders mamma. Jij bent heel braaf. Dat kan ik echt niet.' Het klopt. Zij kán echt niet braaf zijn. En het nieuwbakken speelvriendinnentje dat hier ineens de deur plat liep, riep ook al allemaal van die ware dingen. Zoals dat het hier behoorlijk vies was. En toen ik daarna maar hysterisch stofzuigend rondliep, verkondigde ze dat het raar was dat de kinderen niet opruimden. Touche. Dat is ook raar. Maar niemand krijgt het voor elkaar om ze dat te laten doen. Ik heb het opgegeven in ieder geval.

Tot slot, ondanks dat ik haar gewoon een week op vakantie heb meegenomen, riep de grote freule gefrustreerd uit dat ik nooit eens tijd voor haar heb. Dat ik altijd maar iets moet doen. Zit je dan. Voor dat addergebroed te ploeteren. En het is nog ergens waar ook. Zij zit niet te wachten op mijn telefoon, tafel dekken of haren borstelen. Ze doelt op de volledige aandacht. Precies, die van het kijken en luisteren. Vandaag is het half gelukt. In het bos. Daar lukt het eigenlijk altijd. Morgen weer een dag. Dan is m'n Timmerliefje er ook en mag die al het gedoe verzorgen. *gemeen heksenlachje*  
O ja. Deze foto's nam ik op de tweede dag van de vakantie, toen we ook nog een gezellige logee mee hadden en we van heel dichtbij herten bewonderden. We slopen, kropen, fluisterden, vonden heksencakjes in de varens, zochten mooie blaadjes, speelden zelf voor hert met een gevaarlijk gewei van takken en huppelden door de regen. (nou ja, ik dan. Om de rest op te vrolijken) Beetje jammer van al die buien, maar herfst is ook heel erg m'n lievelings. 

maandag 29 februari 2016

Lucht en licht


 'U moet die arme stadse kindjes eens mee naar buiten nemen. Wat zeelucht zou ze goed doen.' Geen dokter die het tegen mij zei, maar toch nam ik het advies ter harte. Drie zwakke, net niet meer zieke, maar zeer magere, bleke smoeltjes pakte ik in een auto en reed ze naar Texel. Na elf dagen koorts was het tijd voor echt herstel. Het begon goed, ik miste de boot en zo doende konden we meteen een bak friet naar binnen werken. Je hebt geen idee hoe blij ik was dat al die patatten verslonden werden. Er ging voedsel in. Nog voor de vakantie begonnen was, was ie al geslaagd.
We trotseerden storm en regen, zetten Timmerlief op zondag weer op de boot naar huis en begonnen aan een #alleenopvakantiemetmntrio sessie. Ik word er zowaar een expert in. En toen gebeurde het. De stekker van het voorjaar ging erin. Licht ging schijnen en de sneeuwklokjes schreeuwden ons tegemoet. Met de dag werd ik vrolijker en het trio minder bleek. Noem me pathetisch, maar mijn god wat kan ik gelukkig worden van warme zon op mijn gezicht. En een juichende Otto in het bos.



Ik voerde m'n trio koek, slagroom, vis, en alles wat ik maar kon bedenken om ze weer dik en blozend te krijgen, lokte ze elke dag mee naar buiten, deed ze uitzonderlijk vroeg in bed en na een week kan ik nu concluderen: deze retraite was een fantastisch idee. Alleen jammer dat ik meende mezelf ook te moeten aansterken middels overdreven veel taart en kaasplankjes in strandtenten. Ach. Liever dik dan treurig.

dinsdag 3 november 2015

Ode aan de herfst- portretjes #10



Ik verzucht het al een week lang een paar keer per dag: 'Wat is het mooi he jongens?' Met het' bedoel ik dan alles. Het leven en dan vooral de herfstgetinte versie daarvan. De kleuren, de geuren, het licht, vooral dat gouden licht. Alles straalt een beetje. Wordt de beste versie van zichzelf. Ik krijg er maar geen genoeg van. 





Daarom sleep ik als een manische moeder, wanneer het maar kan, het hele gezin naar buiten. Zoals hier op de oude vliegbasis Soesterberg. Een open vlakte, de bomen op hun mooist, bergen tamme kastanjes en dus dat licht. Het was er perfect. Otto riep verrukt alle zweefvliegtuigen na, de meisjes klommen tot duizelingwekkende hoogtes op een soort stormbaan. En ik zoog alles zo diep mogelijk in mij op. De tijd mag heel even blijven stilstaan. 

 
En mag ik er nog heel even onbeschaamd op wijzen dat dit jongetje echt het aller, aller, állerliefste van de hele wereld is? Zijn onbesuisde enthousiasme, zijn eigenwijsheid, zijn allerbeste kusjes, zijn plannetjes en de uitvoering daarvan, zijn allesomvattende liefde, het is zo'n geluk dat hij al anderhalf jaar ons liefste Otto'tje is!

dinsdag 27 oktober 2015

Kleine avonturen


Afgelopen week was ik vaak gelukkig. Ik dronk koffie buiten zonder jas. Ik zag de zon in de zee zakken op een zeldzaam mooie manier. Ik assisteerde de tandenfee bij het ritueel onthalen van de eerste melktand van de grote freule die er (midden in een donkere tunnel in de auto op weg naar vakantie. Tja, sommige momenten heb je niet voor het uitkiezen.) uitviel. Ik wandelde. Ik zat in een duinpan. Ik at lekkere dingen die ik eigenlijk helemaal niet mag maar te lekker waren om niet te eten. (Ik noem en reuzenbokkenpoot. Ik noem twee reuzenbokkenpoten. Vers van de bakker. Je zou voor minder helemaal naar Zeeland rijden.) Kortom; ik had een zalige herfstvakantie. 




Vaak vroeg ik me af wat geluk nou eigenlijk is. Ik weet het antwoord niet. Maar ik weet wel dat elke keer dat ik dacht 'Sjongejonge wat ben ik toch gelukkig, het is toch niet te geleuven...' dat ik heel erg besefte dat ik zo'n geluk had. Dat het heus niet vanzelfsprekend is dat de zon schijnt, de herfstkleuren van het bos spatten en dat ik een hele week de tijd had om naar die drie enorm leuke kinderen van mij te kijken. Dat is geluk. 





Waar ik ook gelukkig van word, is hele kleine avonturen beleven. We proberen van elke wandeling een ontdekkingstocht te maken. Dat begint natuurlijk met kabouterhuizen zoeken. Of trollenhollen. Dat klinkt allemaal heel leuk en gezellig enzo, maar het is bittere noodzaak. Die ellendige freules houden namelijk helemaal niet van wandelen en zijn niet vooruit te branden. Tenzij je ze een sprookjesverhaal verkoopt, dat is het enige waar ze warm voor lopen. Dus: een grot! Kijk! Maar toen bleek de ingang van die grot iets heel anders te zijn. Een donkere tunnel van een bunker. Ik kroop erin met de dames. In plaats van het viezige hol dat ik verwachtte, kwamen we in een ingewikkeld gangenstelsel terecht dat maar eindeloos door bleef gaan. Ik kon gilletjes van plezier nog maar net onderdrukken. Een ondergronds bouwwerk! Onontdekt! Onder een enorme duin! Man, wat hou ik van dat soort verrassingen! 








En tegelijkertijd kon ik ook maar niet bevatten dat er een tijd geweest is dat wij hier in Nederland bunkers in de duinen moesten bouwen. Voor wat? Waarom? Wat is er gebeurd? En dat gedeelte van het verhaal wil ik dan weer helemaal niet weten. En hoe leg je zoiets uit aan twee kleine meisjes? Nu hadden we gewoon een verlaten, verborgen kasteel ontdekt, niet een oorlogsrestant. Noem me maar naïef.


En voordat iedereen denkt, gatver, heb je dat mens weer met al haar gelukzaligheid... ik was heus niet alleen maar gelukkig. Ook mokkig, onredelijk, kortaf, moe, boos, zonder zin in wat dan ook. Omdat de rest van het zooitje waarmee ik bivakkeerde dat ook regelmatig is. (Omdat ze na de ontdekking van dat ondergrondse kasteel ook weer naar huis moesten lopen. Helemaal zelf. Tis ook werkelijk godgeklaagd...) Gelukkig maar hè? Dat zoetsappige geluk maar ook altijd.