Pagina's

donderdag 29 mei 2014

Zusterliefde


































'Dag lief mannetje, mijn broertje,' lispelt de oudste freule een paar keer per dag boven Otto's wieg.
En of- ie slaapt of niet, dan grijpt ze zijn handjes,
en wil ze woest samen met hem zingen en dansen.
Of knuffelen, hem aaien en in zijn buik porren.
Dat is natuurlijk allemaal superlief bedoeld
maar ik weet niet of Broer zelf daar ook zo over denkt.
Dus het lieflijke tafereel van de bovenste foto
duurt meestal een minuut.
Of korter.
Want als het manneke dan geen oog uit geprikt krijgt door zijn jongste zus,
dan begint zijn oudste zus wel over hem heen op bed te springen.
Of  er zit net bij hemzelf een een boer dwars en zet hij het op een krijsen.
Maar toch.
Kleine gouden momentjes hoor, zo nu en dan.

En als hij zo lief in de wieg ligt te slapen
dan denk ik alleen maar
Wat hoop ik toch dat je gezegend bent met een hele hoop incasseringsvermogen...
Want drie moeders, poeh! Dat valt niet mee.
Zeker niet als ze jaloers op elkaar zijn.
Zo werd mijn baby gister bijna uit mijn handen gerukt.
'Ik wil dat- ie helemaal van mij is,' zei de oudste beslist.
'Dan kan hij uit mijn borst drinken.'
Tja.
Bij wijze van compensatie mocht ze met hem op schoot zitten.
De borst kon ze hem niet geven.
Maar even later propte ze wel haar pink bij hem naar binnen.
Die ze net zorgvuldig met stift bewerkt had, bij wijze van nagellak.
Ik zei het al
Incasseringsvermogen.
Voor overweldigende zusterliefde.
Ik hoop het zó voor hem.
En een goede portie weerstand...



woensdag 28 mei 2014

Ontkreukelen en ontwaken





 


















Middernacht.
En ik ben als enige wakker.
Dat is dom, jawel,
maar ook zo lekker rustig.
Niemand die vraagt, niemand die huilt, gilt, krijst
alleen ik.
Drie kinderen waren er vandaag thuis.
En een moeder.
Dat was niet in verhouding natuurlijk.
Helemaal als ze allemaal tegelijk willen eten zo aan het eind van de dag.
Daar hebben ze recht op, dat snap ik ook wel.
Maar eten komt niet uit de lucht vallen,
en ik kan nog steeds niet toveren,
hoe vaak ik ook 'Fluxon!' blijf roepen terwijl ik amechtig in mijn handen klap.
(Als je dit niet snapt,
ben je vast nog nooit een lieflijke tovenaar tegen het lijf gelopen
in de Ijhorster bossen.
Dat is jammer, en een groot gemis, maar ja...)

Een knap staaltje zenuwbeheersing is wat ik nodig had.
En Sesamstraat en koekjes.
Maar toen Timmerlief thuis kwam
zaten twee freules te dineren
en had ons bolle beertje zijn maaltijd net achter de kiezen.
Hatsa.
Dus wat ik wilde zeggen
alleen zo rond middernacht
heb ik de tijd om te mijmeren
over de afgelopen 3,5 week.
En heb ik überhaupt pas de tijd om voor het eerst vandaag
aan mijn eigen gedachtes toe te komen.
Want die bestaan toch niet helemaal uit strakke schema's
om wasjes, badjes, gymklasjes, schoollogistiek, poeppakjes, boodschappen en visite te combineren.

3,5 week is niet veel.
28 dagen
en elke dag ontkreukelt Broer een stukje verder.
(zijn naam gebruiken we zelden, arm kind.
Mannetje, broer, en vooral liefje wel)
Zijn ogen gaan open,
en kijken steeds vragender de wereld in.
Wat moet er in dat hoofdje omgaan...
Ik denk dat hij zich de hele dag afvraagt in wat voor heksenketel hij is terecht gekomen.
En dan geef ik hem maar weer eens duizend kusjes
om hem in te fluisteren
dat het heus wel meevalt.
Zo rond middernacht.

woensdag 21 mei 2014

De dag dat ik NIET huilde





Ik heb net vier bollen Ben en Jerry's opgegeten.
Dat had ik heel erg verdiend.
Meer dan verdiend zelfs.
Vandaag ben ik namelijk zeker 10 jaar ouder geworden
in een half uur.
Dat kwam zo.
Ik had vandaag één taak.
Nee herstel, dat klopt niet.
Ik had één taak naast Otto een fijn leven vol slaapjes, voedingen en rust en regelmaat geven.
En schone billen, die geef ik ook. Heel vaak zelfs.
Nou, dan is één taak dus best veel.
Die taak bestond eruit om Savine van school te halen.
Om precies 13.00 uur.
Het leek goed te gaan.
Tot om 12.30 mijn zoon
(Whah! Dat kan ik nu zeggen. Mijn zoon! Mijn zoon, mijn zoon mijn zoon. Even oefenen hoor....)
wilde drinken.
Hmm. Precies 10 minuten had- ie daar de tijd voor, daar moest hij het maar mee doen.
Dus zo geschiedde.
Even later propte ik een krijsende baby in de maxi-cosi
en liep onverstoorbaar en vastberaden naar de auto.
Daar klikte ik het krijsende kind vast in de bloedhitte.
Minstens veertig graden in zo'n auto hoor, minstens.
Dat u het zich even voorstelt.
Krijsen, hitte.
Maar goed, dit is pas het begin.
Want er komt ellende, hommeles.
Dat kan ik vast verklappen.
En ik verklap ook vast dat ik niet, ik herhaal NIET gehuild heb.
Dus.
Nou goed, ik stapte ook in,
legde mijn zorgvuldig gepakte rugzak naast me en startte de auto.
Althans, dat was de bedoeling.
Maar het ding zei 'hgggnngng'.
Of hoe dat dan ook klinkt als het heet is, er gekrijst wordt en de auto niet aan wil.
En na tien minuten nog niet.
En je man zijn telefoon niet opneemt
en je dochter over vijf minuten klaarstaat op het schoolplein.
Had ik al gezegd dat ik NIET huilde?
Nee.
Ik pakte het gillende kind weer op, en de rugzak en raapte tevens al mijn moed bijeen.
Ik ging fietsen.
Wat moet, dat moet.
Het arme huilende ding propte ik in een draagzak en mezelf drapeerde ik op ons rode vehikel.
En ja hoor, eindelijk nam de man wel op,
maar ja, toen kon ik alleen nog maar schreeuwen dat hij nu de school moest bellen
om te zeggen dat ik heus wel kwam, maar te LAAT!
En toen hing ik op om echt te gaan fietsen.
Met mijn baby, die nog geen drie weken oud is.
En het ging wonderwel eigenlijk.
Ik produceerde zelfs een innerlijke verwrongen glimlach om de belachelijkheid van de situatie.
Apetrots kwam ik even later met een stille, lief slapende baby het haast verlaten schoolplein op fietsen.
Daar zat mijn dochter, achterop de fiets man manlief.
Ja. Daar werd ik ook wat stil van.
Of eigenlijk niet.
Ik werd woest.
Hoezo. was. hij. daar?
Uit zijn werk, nog eerder dan ik?
Nou ja, hij was er.
En had ook nog eens de allereerste speeldate ooit van de freule geregeld.
Die zat te glunderen van trots dat er zo maar iemand met haar mee naar huis ging!

En nu eind goed, al goed?
Nee.
Op de terugweg werden we op een haar na aangereden door een auto.
Maar echt.
Met een krankzinnige snelheid kwam hij de bocht omzeilen
en stopte hij net voor mijn lief en de freule
die bijna op zijn motorkap lagen.
Met gierende remmen en al.
En met moeder van het vriendinnetje die van de schrik wel moest huilen
(denk ik. Zei ik al dat ik NIET huilde?)

Enfin.
Huilend kind, niet startende auto, fietsen met baby, eerste schoolafspraakje van de freule, een bijna-ongeluk,
het was wat veel voor mijn getergde zenuwen.
En niet te vergeten dat ik ook nog bezoek kreeg van Ria Blom
op wie ik altijd op een of andere manier een goede indruk wil maken
door te laten zien dat ik alles onder controle heb.
Dat heb ik dus nooit.
Dat zij Otto in een doek vouwde om hem daarna diep gelukkig vier uur te laten slapen
maakte veel goed.
(Dat hij na die vier uur nooit meer wil gaan slapen is dan weer een ander verhaal.
Voor een volgende keer)

Het mantra dat ik daarna de gehele middag in mijn hoofd had
om mijn stresslevel weer naar een gezond niveau te krijgen luidde als volgt:
'Geef mijn wijn, of wodka of ijs. Anything will do.'
Het werd dus ijs....



dinsdag 13 mei 2014

Kleine vos














































Zo.
Otto is al bijna twee weken oud.
Dat betekent dat ik uit mijn bubbel moet stappen.
Het leven stopte niet op 1 mei,
om voort te kabbelen in mijn slaapkamer
als een tijdloze zone
tussen waken, slaapjes, luiers en voedingen door.
Dertien dagen zijn we verder
schoolvakantie is voorbij
en dus moet ik gaan doen alsof het leven weer normaal is.
Maar ja, dat is het niet
want ik heb een verse baby.
Dus ik hou me stiekem nog een beetje vast
aan de mistige nadagen van de kraamweek.

Het enige concrete dat ik in mijn bubbel deed
was stempelen, postzegels plakken en kaartjes vouwen.
Een heel rustgevend werkje.
Na Savine-vogel, Ianthe-egel hebben we er nu een Otto-vosje bij.
Een heuse rekel, een heerlijk woord voor een mannetjesvos.
Mijn knappe nicht Annemieke maakte weer een prachtig kaartje voor ons.
(En de te gekke stempel, en die fantastische vossenknuffels!)
En nu hebben we een echt drieluik.

In het kaartje schreef ik een tekstje voor hem,
waarin ik liet doorschemeren dat ik toch hoopte dat het
een lief slapend broertje zou worden.

Opgekruld in je holletje klein
Jij dapper vosje van een broer
Avonturen waar je zussen zijn
En rekelstreken op de loer ...

Maar lief slapend is het mannetje vandaag niet
wel heeft hij een heel tja, euhm, duidelijk stemgeluid.
Misschien had ik het woord rekelstreken toch niet moeten gebruiken.
Dat 'eigen wijsje' van Savine bleek ook een self fulfilling prophecy...

dinsdag 6 mei 2014

Van aftellen naar optellen



Veertig weken
Negen maanden
Een rare abstracte tijdspanne
In het teken van iets groots dat te gebeuren staat.
Verwachting.
Van wat?
Ik wilde dat gevoel vasthouden
Dat gevoel van
Het groeien
Het veranderen
Terwijl het leven gewoon doorgaat
Tot de tijd op is
Het aftellen klaar
En het optellen kan beginnen
Van een heel nieuw mensenleven.
De enige manier om dat groeiende leven vast te leggen
Is door zelf voor de spiegel te gaan staan
En me aan de selfies te wagen.
Die buik
En het leven wat daarin steeds duidelijker wordt.
De laatste tien weken deed ik het elke week,
Herstel de laatste elf weken
Want vandaag maakte ik de laatste van de serie
Met een heuse echte Otto op mijn arm.
Het abstracte wachten
Heel echt geworden
Een broer met naam...


Het hele prachtig mooie liedje 'Ienige geluud' van Daniël Lohues luister je hier





zaterdag 3 mei 2014

Daar is- ie dan: Otto Pieter Koen!

































Ongeduldig wachtte ik op een baby.
Hij wachtte op een nieuwe maand.
Precies om 00.00 uur 1 mei startte Broer met geboren worden.
Drie uur later was hij er, gewoon bij ons thuis:
Otto Pieter Koen!

Op zijn eigen manier keek hij voor het eerst de wereld in
Een sterrenkijker heet dat,
wat ik altijd een prachtig woord vond,
Maar wat eigenlijk meer een best wel onhandige entree is.
Tis toch maar knap dat die fontanellen in en uit elkaar kunnen vouwen...

De gezusters zijn met opa en oma op vakantie
En komen af en toe spieken bij broer
Waarvan ze de naam nog een beetje vergeten
Maar die ze reuze lief vinden.

Een bed vol zijn we nu,
Met vijf!
In mijn hart passen we nog nauwelijks met zijn allen.
Het loopt er maar van over.
Wij drijven dus nog even op onze blauwe wolk...