Pagina's

Posts tonen met het label alleenopvakantiemetmntrio. Alle posts tonen
Posts tonen met het label alleenopvakantiemetmntrio. Alle posts tonen

dinsdag 11 juli 2017

De aardbeienhemel

 Natuurlijk zou ik eens kunnen beginnen met het bewerken en beschrijven van de duizenden foto's die ongeduldig op mijn computer staan te wachten om bekeken te worden. Zoals daar zijn alle foto's van vorig jaar vakantie. Maar dat kan ik ook niet doen. En gewoon weer eens bij vandaag beginnen. Want dat is namelijk wel haalbaar. En ik heb me voorgenomen vooral nog haalbare dingen in mijn leven te gaan doen. Scheelt een boel frustratie. Schijnt. 

Vandaag dus. Was een goeie. Mijn trio is gereduceerd tot duo, het aantal volwassenen dat zich met dat stel bezighoudt is ook gehalveerd. Of te wel: we zijn met z'n drietjes op Texel en we zijn helemaal de kluts kwijt omdat onze roedel niet compleet is. Ik dacht vanmiddag, liggend op een kleedje in de tuin zelfs: dit is zo rustig, zal ik anders eens een boek gaan lezen. Dat is natuurlijk een domme gedachte, want zodra ik het boek in handen had, was die rust alweer voorbij en vond Otto vooral dat ik moest voorlezen. En als ik dat niet deed, reed hij met z'n loopfiets over mij heen. Ook niet comfortabel. We gingen dus maar eens op pad. Na mijn gehele jeugd jaarlijks op Texel te zijn geweest, zijn er nog genoeg plekken die ik niet ken. Zo belandde ik vandaag bij de zelfpluktuin. Een paradijsje zo fijn. Wat zeg ik, het is de aardbeienhemel.


Niet dat we dit jaar gebrek hadden aan aardbeien. Ik schat dat er een kilootje of zeven van ons eigen landje kwam. We aten ons helemaal gek en maakten vele potten jam. Maar terwijl ik mezelf krom een halve hernia plukte onder een netje, vloekend zoekend naar rode aardbeien tussen het onkruid, begreep ik waarom aardbeien zo duur zijn. Het is een pokkeklus ze te plukken. Een probleem dat alleen in mijn moestuin speelt, zo begreep ik vandaag. Want professionele kwekers denken goed over dingen na en doen dingen voor het gemak op stahoogte. Nah, dat scheelt toch veel! Ze doen ook dingen met mest en constante irrigatie denk ik, want mijn god wat waren deze aardbeien groot! En lekker, dat ook.  Zo lekker dat Otto, gewend om in onze tuin een halve kilo in z'n mond te schoffelen terwijl hij plukt, dat vrolijk ook hier probeerde te doen. Het bewijs liep constant over zijn kin in de vorm van rood sap. 



Om deze diefstal enigszins goed te maken. dronken we nog maar een aardbeiensapje en aten we nog maar een aardbeientaartje in de idyllische bloementuin. En niemand gooide wat om en niemand mikte de taart in z'n shirt of in mijn haar, wat het al met al dus een heel geslaagde middag maakte. Dus schrijft het op, knoopt het in uw oren, of onthou het gewoon: plukt allen aardbeien in Oudeschild. Een gratis Texeltip van mij voor jullie. Want zo ben ik op vakantie. Toedeloe! 


dinsdag 29 november 2016

Oppassen

Er waren van die momenten dat ik me het moederschap voorstelde als een groot feest. Beetje pannenkoeken bakken, knutselen, buitenspelen en verhaaltjes voorlezen. Dat was toen ik oppaste op drie jongetjes en mijn dagen er inderdaad zo uitzagen. Ik haalde ze op van school, verzon elke donderdag een nieuw speelplan, kookte samen met de mannen en legde ze in bed na eindeloos voorlezen. Dat koken was trouwens noodgedwongen. Ze aten namelijk niks, dus verzonnen we samen gerechten. Ik legde de gehele inhoud van de ijskast op tafel en dan gingen we kiezen wat het zou moeten worden. De keuzes waren geen culinaire hoogstandjes, maar we verzonnen thema's waar het eten aan moest voldoen. Zo verkleedden we ons als brandweermannen en aten rode en oranje dingen (vuur) met spaghetti (de brandweerslangen). Dit alles moest op tafel gebeuren, want brandweermannen hebben geen tijd om rustig op een stoel te zitten. Logisch. Super leuk. En het werkte nog ook. Alles op. 

Maar op een of andere manier is dat moederschap nooit op oppasmiddagjes gaan lijken. Ik heb me toch een partijtje zitten peinzen hoe dat nou toch kan. Toen bedacht ik me dit:
1. Die oppaskindjes waren extreem lief, coöperatief en gezellig. En dat zijn mijn kinderen niet  een heel stuk minder. Als ik bij ze in de buurt ben tenminste. Bij anderen schijnen ze dat ook te zijn.

2. Ik was hun moeder niet, dus hoefden de oppaskinderen met mij geen strijd aan te gaan over allerhande niet voor de hand liggende vraagstukken, zoals de positionering van mijn voeten op een krukje of het wel of niet in stukjes snijden van een boterham . En dat moeten mijn kinderen wel.

En 3. Ik verliet het huis om een uur of acht 's avonds in chaotische toestand, met metershoge kapla bouwwerken midden in de woonkamer, om lekker naar huis te gaan in de veronderstelling dat ik een middag had gewerkt en nu dus niks hoefde te doen. Dan kwam ik thuis en las een boek, of ging ergens bier drinken of deed iets met een goed gesprek met andere mensen. En als moeder is dat precies omgekeerd, dat als die kinderen eindelijk in bed liggen, dan begint het werken pas omdat ik de hele middag nergens aan toegekomen ben. En moet ik zelf dat kaplabouwwerk in een onvindbare doos proppen. En nog drie keer naar boven lopen en roepen dat ze nú hun kop moeten dichthouden en gaan slapen.

Kortom, ik zou wel eens een middagje op mijn eigen kinderen willen passen. Dat ze juichen als ik zeg dat we even boodschappen gaan doen en dat zij voor een keertje mee mogen. Dat we schilderijen maken, of verjaardagstaarten bakken omdat we daar zin in hebben of sneeuwballen gooien naar voorbij rijdende auto's omdat dat eigenlijk niet mag. En dat iemand anders dan moppert dat ze hun jassen niet aan de kapstok hebben gehangen, of een schooltas in de gang hebben laten slingeren. Dat iemand anders zich zorgen maakt of dat brandweereten wel genoeg vitamines bevat. Dat iemand anders 's avonds de deur niet meer uit kan omdat er kinderen liggen te slapen. En helemaal dat iemand anders zorgt dat het huis weer in staat van woonhuis wordt teruggebracht, in plaats van speelpaleis.  En 's avonds op de bank bedenkt dat er geen schoolbrood in huis is en dat de gymkleren nog gewassen moeten worden en dat ze morgen echt wél twee minuten hun tanden moeten poetsen. Maar ja. Zo is het nou eenmaal niet. Moeder zijn kun je niet even uitzetten. 


Wat het dichts in de buurt komt bij de oppas van mijn kinderen zijn, is om alleen met ze op vakantie te gaan. In een huis waar ik niet op hoef te ruimen, want over een week verlaat ik de bliksemse bende weer. En waar ik een week lang niet al te gezond hoef te koken, want vakantie. En waar we elke dag leuke dingen gaan doen. Wasmachines zijn er over het algemeen niet, heerlijk. Er is geen programma waar je je aan hoeft te houden en er zijn geen schoolopdrachten waar je over na hoeft te denken. Het enige jammere is dat je 's avonds nog steeds geen bier kunt drinken, in de kroeg tenminste, of goede gesprekken kunt voeren, maar ach. Daar ben je toch te moe voor als je alles in je uppie moet doen. Dat boek op de bank, dat zou de oppas ook doen. Dus dat mag dan eindelijk.





Zo kom ik toch altijd wel uitgerust, zij het op een andere manier dan ooit tevoren, thuis van een weekje alleen-op-vakantie-met-mn-trio. Omdat moeder een weekje vrij had en de oppas het overnam. En die vond fantastische hutten in het bos (meer een vrijstaande villa te noemen), kneep haar ogen tot spleetjes tegen de zon in, zocht paddenstoelen, at roze koeken in het bos en liet kinderen in de zee zwemmen terwijl dat natuurlijk veel te koud is. Maar ja, van de oppas mag dat allemaal lekker wel...

zaterdag 22 oktober 2016

Hihaherfst

Als je goed kijkt, zie je meer. (zoek de kinderen op het plaatje hierboven)
Als je goed luistert, hoor je meer.

Twee opdrachten die ik mezelf deze week gaf. Ik ben met drie kinderen op vakantie. Luister en kijk, zei ik tegen mezelf, meer niet. Vet fucking moeilijk. Ben ik superslecht in. Want ik heb een telefoon. En daarop komen mails, apps en geinige foto's van andere mensen met leuke levens/huizen/brave kinderen langs. En daar móet ik naar kijken. En niet naar de zandbak, waar de grote freule al twintig minuten een cursus geeft hoe je een perfecte zandtunnel graaft. Of naar het klimrek, waar de kleine freule heel knap met drie ledematen zichzelf in een ijzeren beugel heeft gewurmd. En waar hun kleine broer is, weet ik niet eens. Vast ergens met z'n sokken in een plas aan het stampen. Dat doet ie namelijk graag.
Behalve die telefoon is er ook nog het dagelijks leven. Ook op vakantie moeten mensen/kinderen eten, badderen, aankleden, poepen, tandenpoetsen, haren kammen, jassen aan, weer eten, ruzie maken en uitgelaten worden. Er is iemand nodig die dat alles faciliteert en die iemand ben ik. Dag. En nacht. Dat is leuk om te doen. En vermoeiend, liefdevol, uitputtend, gezellig en ongezellig en alles tegelijk. Maar je moet het wel doen. En ik hou er niet van als iets moet. En ik hou ook niet van dagelijks leven, zelfs niet op vakantie. De ellende is dat mijn trio daar ook niet zo van is. Die geven niet om hygiëne, een vlekloos- en klitloos voorkomen, of drie voorspelbare eetmomenten per dag. Die houden van stinken in pyjama, honger hebben als ik net het ontbijt heb opgeruimd wegens desinteresse en nooit meer naar bed gaan. Gek. Ik weet niet van wie ze dat hebben. 
Met dat alleen maar kijken en luisteren gaat het dus niet zo best, al leek dat een goed idee. Ik ploeter wat, foeter wat op het niet werkende internet en de kapotte vaatwasser en roep zo nu en dan dat ik graag brave kinderen zou hebben. Haha. En verder doe ik heel weinig. Geen groots vakantieprogramma, maar kijken wat lukt op een dag. Paste goed in m'n kijken-luisteren strategie. Beetje springen op het springkussen buiten, beetje tekenen, blaadjes in duizend stukjes knippen of een hut bouwen in de gangkast. Hoe minder programma, hoe beter eigenlijk. Hoe meer iedereen tot rust komt. Ik vond het een inzicht. Heeft ook iets met kijken te maken. 
En terwijl we zo wat aanklooien, in het bos herten zoeken, of zelf hert spelen met een gevaarlijke tak als gewei, hoor ik eigenlijk meer dan ik dacht. Zoals dit gesprekje met de grote freule: 'Ianthe heeft een vriendinnetje gemaakt. Ze is heel netjes. Net als mijn vriendin.' Ik: 'Eigenlijk is iedereen netjes, behalve wij.' Waarop Savine zegt: 'Maar wij zijn wel leuke mensen.' Haha. Dus.
Maar ze was nog niet klaar met haar wijsheden hoor. Ik complimenteerde haar met haar acrobatische kunsten: 'Dat slingeren aan het rek kan ik echt niet!' Savine: 'Tja, iedereen is anders mamma. Jij bent heel braaf. Dat kan ik echt niet.' Het klopt. Zij kán echt niet braaf zijn. En het nieuwbakken speelvriendinnentje dat hier ineens de deur plat liep, riep ook al allemaal van die ware dingen. Zoals dat het hier behoorlijk vies was. En toen ik daarna maar hysterisch stofzuigend rondliep, verkondigde ze dat het raar was dat de kinderen niet opruimden. Touche. Dat is ook raar. Maar niemand krijgt het voor elkaar om ze dat te laten doen. Ik heb het opgegeven in ieder geval.

Tot slot, ondanks dat ik haar gewoon een week op vakantie heb meegenomen, riep de grote freule gefrustreerd uit dat ik nooit eens tijd voor haar heb. Dat ik altijd maar iets moet doen. Zit je dan. Voor dat addergebroed te ploeteren. En het is nog ergens waar ook. Zij zit niet te wachten op mijn telefoon, tafel dekken of haren borstelen. Ze doelt op de volledige aandacht. Precies, die van het kijken en luisteren. Vandaag is het half gelukt. In het bos. Daar lukt het eigenlijk altijd. Morgen weer een dag. Dan is m'n Timmerliefje er ook en mag die al het gedoe verzorgen. *gemeen heksenlachje*  
O ja. Deze foto's nam ik op de tweede dag van de vakantie, toen we ook nog een gezellige logee mee hadden en we van heel dichtbij herten bewonderden. We slopen, kropen, fluisterden, vonden heksencakjes in de varens, zochten mooie blaadjes, speelden zelf voor hert met een gevaarlijk gewei van takken en huppelden door de regen. (nou ja, ik dan. Om de rest op te vrolijken) Beetje jammer van al die buien, maar herfst is ook heel erg m'n lievelings. 

maandag 29 februari 2016

Perfectie- Portretjes #12




Als je mij vroeger had gevraagd hoe een perfecte middag met mijn toekomstige kinderen eruit had gezien, had ik ongetwijfeld geantwoord: knutselend aan een grote keukentafel. Wist ik veel. Dat dat helemaal nooit perfect verloopt. Kwade kleuters omdat hun werkje mislukt, tafel, kinderen en jijzelf onder de lijm, glitters of toch niet zo uitwasbare verf en nooit het eindresultaat dat iemand voor ogen had. Ik weet nu wel beter. 


Een perfecte middag is er een zoals die van vorige week dinsdag. Een wandeling met vrolijke kinderen en een doorkomende zon, een avontuurlijke tocht door de duinen, bijna weggestormd worden op het strand en dan lekker binnen warme chocolademelk drinken in een strandtent. Met vegakroketten. Buiten slaat zo nu en dan de regen genadeloos tegen de ruiten, binnen is het gezellig rustig, licht en er is een speelhoek. Na een uur staat elk kind bij een ander tafeltje te kletsen, met mensen die minstens even vertederd naar je kinderen kijken als jijzelf. Het strandlicht weerkaatst in hun ogen, ze vermaken zich met niks. Elke keer als je denkt, nu zal ik toch echt moeten gaan, begint het meteen te stortregenen. Je kunt niet weg, je hoeft niks meer. Alleen daar zitten, je overgeven aan het moment en naar buiten staren. Heel, heel even is het perfect. 


Lucht en licht


 'U moet die arme stadse kindjes eens mee naar buiten nemen. Wat zeelucht zou ze goed doen.' Geen dokter die het tegen mij zei, maar toch nam ik het advies ter harte. Drie zwakke, net niet meer zieke, maar zeer magere, bleke smoeltjes pakte ik in een auto en reed ze naar Texel. Na elf dagen koorts was het tijd voor echt herstel. Het begon goed, ik miste de boot en zo doende konden we meteen een bak friet naar binnen werken. Je hebt geen idee hoe blij ik was dat al die patatten verslonden werden. Er ging voedsel in. Nog voor de vakantie begonnen was, was ie al geslaagd.
We trotseerden storm en regen, zetten Timmerlief op zondag weer op de boot naar huis en begonnen aan een #alleenopvakantiemetmntrio sessie. Ik word er zowaar een expert in. En toen gebeurde het. De stekker van het voorjaar ging erin. Licht ging schijnen en de sneeuwklokjes schreeuwden ons tegemoet. Met de dag werd ik vrolijker en het trio minder bleek. Noem me pathetisch, maar mijn god wat kan ik gelukkig worden van warme zon op mijn gezicht. En een juichende Otto in het bos.



Ik voerde m'n trio koek, slagroom, vis, en alles wat ik maar kon bedenken om ze weer dik en blozend te krijgen, lokte ze elke dag mee naar buiten, deed ze uitzonderlijk vroeg in bed en na een week kan ik nu concluderen: deze retraite was een fantastisch idee. Alleen jammer dat ik meende mezelf ook te moeten aansterken middels overdreven veel taart en kaasplankjes in strandtenten. Ach. Liever dik dan treurig.