Pagina's

maandag 30 maart 2015

Winterklaar in de lente


Elk jaar moeten we er heel even over nadenken. Zeg, die moestuin. Gaan we dat nog doen? Hebben we genoeg tijd?  Is het nog wel haalbaar? Als we tenminste meer dan gras willen kweken? Het antwoord dit jaar was een volmondig JA! Tijd hebben we niet, voor niks. Maar leuk vinden we het altijd. Er is niks beter tegen chagrijn, stress, draken van kinderen en algehele malaise dan een tuin. Een beetje in de grond poeren en alles is vergeven en vergeten. Dus. Daar gingen we weer. De tuin winterklaar maken. In het voorjaar ja. We lopen altijd een seizoen achter. Geeft niks. Je graaft nog wat oogst op. En het lijkt heel even of je het onkruid onder controle hebt. Omdat het nog niet is begonnen met groeien.



Wat dankbare planten laten zich zelfs al op hun best zien. Zonder dat ze ooit aandacht krijgen. Dat is toch mooi van die natuur hè, dat doet het maar gewoon, zonder iets terug te verwachten. We hadden wilde herinrichtingsplannen gemaakt. Maar, zoals dat gaat bij ons, kwam er natuurlijk niks van terecht. Redden wat er te redden valt bleek maar weer eens de enige regel die op ons moesje van toepassing is. Dus spitten tot we een ons wegen, een vreugdevuur aanmaken met al het snoeiafval en de nieuwe frambozen die we van onze lieve buren kregen zo snel mogelijk in de grond zetten. En, een heel treurig taakje, kijken wat er van de zorgvuldig opgebouwde zaadvoorraad over is. Nou ja, behalve wat rattenpoep, papiersnippers van de zakjes en bonenschilletjes niet veel. Ik moest nog net niet huilen. Krijg je als je je doos zonder deksel in de tuin vergeet... 




Zoals mijn timmerman lieflijk zei: 'Ruimt wel lekker op.' Marie Kondo zou trots op hem zijn. Gelukkig moesten we vorige week naar Frankrijk. Daar hebben ze heerlijke supermarkten met eindeloze rijen exotische zaden en pootaardappelen. Kom maar op met dat lenteweer. Wij hebben zin in courgettes, rosevalletjes, drie soorten spinazie en, niet te vergeten, die eerste rabarbercrumble! 


vrijdag 20 maart 2015

Valse beloftes


Ik zou jullie gaan trakteren op diepgaande wijsheden. Verregaande inzichten. Die kreeg ik namelijk best wel toen ik zo in mijn eentje- met drie kinderen- rondwaarde in de bossen van Noordwijk. Ik schreef de teksten al talloze malen in mijn hoofd. Maar ja, tot op de dag van vandaag heb ik geen rechtstreekse ingang gevonden om mijn hoofd met een kabel aan een computer te verbinden, zodat die tekst er automatisch uitrolt. Man! Dat zou toch een uitkomst zijn. Dat gedachtes automatisch omgezet zouden kunnen worden in woorden. Dat ik zou kunnen schrijven terwijl ik de was doe. Of terwijl ik de moestuin omspit. Of een wandeling maak. Maar goed, die wijsheden houden jullie te goed. Het ging erover dat alles met verwachtingen te maken heeft. Ik dacht dat een vakantie in mijn eentje loodzwaar zou zijn. Dat was het niet. Het was enig. En die meevaller zorgde ervoor dat ik intens genoot van alles. 

Dat is niet elke vakantie vanzelfsprekend. Meestal stel ik mezelf namelijk aan een strand voor, met een boek, heel bruin, terwijl ik in slaap dut. Of al luierend 's ochtends in bed. Of op zijn minst een beetje uitgeslapen. Nou ja, je begrijpt, daar is vakantie al lang niet meer voor. Vroeger wel ja. Maar toen hoefde ik niet op vakantie om 7 uur de vrolijkheid zelve te zijn. Denk maar niet dat je ooit nog een boek kan lezen in de buurt van water. Of waar dan ook. Even indutten? Hoé dan, als er minstens twee kinderen je als levende springplank gebruiken. Of als persoonlijke slaaf.


Allemachtig, doe ik het toch: een hele lap tekst schrijven. Maar dat kan dus niet. Want ik moet zo op vakantie. Alweer ja. En dit keer echt alleen. Of, nou ja, weer niet eigenlijk, want m'n Timmerlief gaat mee. Maar ons trio niet, dat is met opa en oma in Noordwijk. Vandaar dat ik deze plaatjes even wilde bekijken. Zij daar, wij straks in de sneeuw. Dat is leuk en goed en te gek enzo, met geweldige verwachtingen. Maar ook heel ver weg van elkaar. Goed voor uitslaapochtenden en boeken lezen, maar niet zo goed voor mijn moederhart. Hopelijk krijg ik daar dan deze keer weer verhelderende inzichten over. En wie weet wat tijd erbij om ze ook op te schrijven. 














woensdag 11 maart 2015

Verzamel(h)aar



Ik verzamel graag. Het maakt eigenlijk niet uit wat. Als ik iets zie, kan ik het al niet meer wegdoen. Zo heb ik denk ik minstens 40 theedoeken, 50 paar schoenen, 16 lege mooie opschrijfboekjes, tientallen lege potjes voor als ik jam wil maken, zo’n 10 jassen, ontelbaar veel tassen, tasjes, shoppers en mooie plastic zakjes en, nou ja. Je snapt het. Ik heb alles. Ook een verzameling bierdopjes. En veren. Zakken met schelpen. Dozen met knutselspullen. Drie kinderen. Heel veel extra kilo’s die geen afscheid van mij willen nemen en, daar gaat dit stukje over, heel veel haar. Hoofdhaar , ho, ik ben wel een geciviliseerd mens. Okselhaar verzamel ik niet.



En ineens verstikte het me. Al die dingen, overal spullen, alles om me heen. Ik las over een Japanse opruimgoeroe, Mari Kondo, en dacht, dat moet ik. Iemand die me vertelt dat ik juist gelukkiger word als ik alles kan laten gaan. Dat ik niet alles maar vast wil blijven houden. Maar ik durf niet. Ik durf er niet aan te beginnen, want ik weet hoe on-ge-lo-fe-lijk veel werk het gaat zijn. Bovendien had ik net bedacht dat ik er geen boeken meer bij kan hebben, dus een opruimboek al helemaal niet.



Geen boek dus. Maar wel tijd voor verandering. Ik begon met iets rigoureus. Iets dat niet per se erg in de weg stond of veel ruimte in nam. Maar het moest toch weg. Mijn haar. Mijn hele lange vlecht. Ik dacht, als ik daar afscheid van kan nemen, kan ik het van alles. Goed, ik zit nog steeds met een extra babykamer op zolder. En 16 dozen vol te kleine kinderkleren. Een la met lege lijstjes. Een doos schoolschriften.  Maar vanmiddag lag er wel een losse vlecht in mijn handen. 


Haar dat al jaren lang op mijn hoofd groeide. Dat ik elke dag aaide, waar Savine liefkozend over streek, waar Otto graag mee speelde. Haar dat ik elke dag vlocht. Maar haar dat ook elke keer verschrikkelijk in de knoop zat, de hele dag nat bleef na het wassen en dat eigenlijk best zwaar was als je het in een staart deed. Het moest weg. Niet alles en wel met een goede reden: ik doneerde het.

Vanmiddag liep ik naar de kapper. Ik zei koelbloedig, terwijl ik liever weg wilde rennen: ‘ik kom mijn staart doneren,’ de kapper trok een meetlint tevoorschijn, bond mijn haar voor de laatste keer samen, vlocht en zei toen: ‘Je weet het zeker?’ 'Nee!,'schreeuwde alles in mij. 'Nee, natuurlijk niet!' Ik wilde heel graag mijn haar houden. Maar waarom eigenlijk? Omdat het er is? Omdat het bij mij hoort? Het groeit gewoon weer aan! Dus ik zei ja. En alsof er een lichaamsdeel geamputeerd werd, ging de schaar erin. Ik kon er niet naar kijken zonder buikpijn. Dag vlecht.

In de spiegel verscheen een gezicht dat ik van vroeger kende. Een jonger meisje, maar dan in dames vorm. Zo zag ik er jaren geleden uit. Het klopte wel. Met een heel licht hoofd, letterlijk ook, liep ik even later de lentezon in. Dag vlecht. Fijn dat je een pruik wordt voor zieke kinderen. Ik heb  heel veel van je gehouden. En ik mis je echt best heel erg. Maar dat is goed. Iemand interesse in een deel van mijn collectie bloempotten?








donderdag 5 maart 2015

Sssst- ze kijken... portretjes #5



Haperend internet, chronisch slaapgebrek en heel veel boswandelingen. Zo, drie excuses voor mijn afwezigheid. Maar ik ben er weer hoor. Vol verhalen zelfs. Want ik ging een week alleen op vakantie. Nee. Ik ging alleen op vakantie met m'n trio. Klein verschilletje. En ik speel nog vals ook, want ik ging alleen op vakantie, met m'n trio, en met mijn timmerlief die ons af en toe een avondje kwam vergezellen. Zo alleen was ik dus helemaaaaaal niet. Maar ik overdrijf graag, want alleen op vakantie met je kinderen gaan, klinkt nou eenmaal als een veel beter verhaal. 

Wat doet een moeder op vakantie met drie kinderen? Een heleboel. En ook een heleboel niet. Zoals slapen. Lukt niet. Te veel kinderen die 's nachts naast je bed staan. Uitrusten, doe je ook niet. En al het andere doe je wel. Eten klaarmaken, opruimen, veters strikken, jassen aandoen, jassen uitdoen, kinderen in auto's vastklikken, kinderen uit auto's trekken. En...de tv aanzetten. Deed ik ook vaak. 's Ochtends vroeg. Zodat ik me soms nog een keer kon omdraaien, of zodat ik zwijgend een pot koffie kon zetten zonder antwoord te hoeven geven op vragen als: waarom kan pappa niet NU mijn ontbijt maken? 

Ik vind mijzelf dus een reuze verantwoorde moeder hè. Met heel veel zelfopgelegde regels. Waarvan een er absoluut is dat die vermaledijde televisie bijna nooit aan mag. Want kinderen moeten spélen, rennen, knutselen, bouwen, vervelen. Dat is goed voor ze. Maar weet je? Een vakantie met televisieochtendjes? Is ook best goed voor ze. De rest van de dag sprongen ze namelijk uren op een springkussen, renden ze door het bos waar ze een hut bouwden, liepen we over het strand, of knutselden we tot het hele huis met 'confetti' bedekt was. En kijk nou toch, naar die snoetjes....  






Zo lief, met slaaphaar en slaappyjama's. En droomblikken. Ik kan ze me nog herinneren hoor, de lome vakantieochtenden waarop niets, maar dan ook helemaal niets hoefde. Behalve dan af en toe een kwijlerig broertje van je afslaan.