Pagina's

dinsdag 29 november 2016

Oppassen

Er waren van die momenten dat ik me het moederschap voorstelde als een groot feest. Beetje pannenkoeken bakken, knutselen, buitenspelen en verhaaltjes voorlezen. Dat was toen ik oppaste op drie jongetjes en mijn dagen er inderdaad zo uitzagen. Ik haalde ze op van school, verzon elke donderdag een nieuw speelplan, kookte samen met de mannen en legde ze in bed na eindeloos voorlezen. Dat koken was trouwens noodgedwongen. Ze aten namelijk niks, dus verzonnen we samen gerechten. Ik legde de gehele inhoud van de ijskast op tafel en dan gingen we kiezen wat het zou moeten worden. De keuzes waren geen culinaire hoogstandjes, maar we verzonnen thema's waar het eten aan moest voldoen. Zo verkleedden we ons als brandweermannen en aten rode en oranje dingen (vuur) met spaghetti (de brandweerslangen). Dit alles moest op tafel gebeuren, want brandweermannen hebben geen tijd om rustig op een stoel te zitten. Logisch. Super leuk. En het werkte nog ook. Alles op. 

Maar op een of andere manier is dat moederschap nooit op oppasmiddagjes gaan lijken. Ik heb me toch een partijtje zitten peinzen hoe dat nou toch kan. Toen bedacht ik me dit:
1. Die oppaskindjes waren extreem lief, coöperatief en gezellig. En dat zijn mijn kinderen niet  een heel stuk minder. Als ik bij ze in de buurt ben tenminste. Bij anderen schijnen ze dat ook te zijn.

2. Ik was hun moeder niet, dus hoefden de oppaskinderen met mij geen strijd aan te gaan over allerhande niet voor de hand liggende vraagstukken, zoals de positionering van mijn voeten op een krukje of het wel of niet in stukjes snijden van een boterham . En dat moeten mijn kinderen wel.

En 3. Ik verliet het huis om een uur of acht 's avonds in chaotische toestand, met metershoge kapla bouwwerken midden in de woonkamer, om lekker naar huis te gaan in de veronderstelling dat ik een middag had gewerkt en nu dus niks hoefde te doen. Dan kwam ik thuis en las een boek, of ging ergens bier drinken of deed iets met een goed gesprek met andere mensen. En als moeder is dat precies omgekeerd, dat als die kinderen eindelijk in bed liggen, dan begint het werken pas omdat ik de hele middag nergens aan toegekomen ben. En moet ik zelf dat kaplabouwwerk in een onvindbare doos proppen. En nog drie keer naar boven lopen en roepen dat ze nú hun kop moeten dichthouden en gaan slapen.

Kortom, ik zou wel eens een middagje op mijn eigen kinderen willen passen. Dat ze juichen als ik zeg dat we even boodschappen gaan doen en dat zij voor een keertje mee mogen. Dat we schilderijen maken, of verjaardagstaarten bakken omdat we daar zin in hebben of sneeuwballen gooien naar voorbij rijdende auto's omdat dat eigenlijk niet mag. En dat iemand anders dan moppert dat ze hun jassen niet aan de kapstok hebben gehangen, of een schooltas in de gang hebben laten slingeren. Dat iemand anders zich zorgen maakt of dat brandweereten wel genoeg vitamines bevat. Dat iemand anders 's avonds de deur niet meer uit kan omdat er kinderen liggen te slapen. En helemaal dat iemand anders zorgt dat het huis weer in staat van woonhuis wordt teruggebracht, in plaats van speelpaleis.  En 's avonds op de bank bedenkt dat er geen schoolbrood in huis is en dat de gymkleren nog gewassen moeten worden en dat ze morgen echt wél twee minuten hun tanden moeten poetsen. Maar ja. Zo is het nou eenmaal niet. Moeder zijn kun je niet even uitzetten. 


Wat het dichts in de buurt komt bij de oppas van mijn kinderen zijn, is om alleen met ze op vakantie te gaan. In een huis waar ik niet op hoef te ruimen, want over een week verlaat ik de bliksemse bende weer. En waar ik een week lang niet al te gezond hoef te koken, want vakantie. En waar we elke dag leuke dingen gaan doen. Wasmachines zijn er over het algemeen niet, heerlijk. Er is geen programma waar je je aan hoeft te houden en er zijn geen schoolopdrachten waar je over na hoeft te denken. Het enige jammere is dat je 's avonds nog steeds geen bier kunt drinken, in de kroeg tenminste, of goede gesprekken kunt voeren, maar ach. Daar ben je toch te moe voor als je alles in je uppie moet doen. Dat boek op de bank, dat zou de oppas ook doen. Dus dat mag dan eindelijk.





Zo kom ik toch altijd wel uitgerust, zij het op een andere manier dan ooit tevoren, thuis van een weekje alleen-op-vakantie-met-mn-trio. Omdat moeder een weekje vrij had en de oppas het overnam. En die vond fantastische hutten in het bos (meer een vrijstaande villa te noemen), kneep haar ogen tot spleetjes tegen de zon in, zocht paddenstoelen, at roze koeken in het bos en liet kinderen in de zee zwemmen terwijl dat natuurlijk veel te koud is. Maar ja, van de oppas mag dat allemaal lekker wel...

donderdag 24 november 2016

Wij



Eind november. Niet mijn lievelingstijd en tegelijk ook wel. Het is donker, koud en er is ellendig veel te doen. De tijd tikt veel te hard door, het eind van het jaar is al in zicht. Ik wil dat nog niet. Ik wil niet dat de juf mailtjes stuurt met daarin 'we tellen de komende vier weken af naar kerst'. Kerst is alleen leuk als het nog ver weg is en je kunt mijmeren over gezellige bomen, lekkere diners en warme haardvuurtjes. Kerst beleven is vooral van hot naar her racen en heel moe zijn. Ik ben er nog niet aan toe. Ik hou graag vast aan dit jaar. Aan wat we nu aan het doen zijn. Ik wil niet nog minder licht, nog meer kou en nog meer gedoe. Ik wil alleen schoentjes vullen. En stiekeme plannetjes verzinnen, grapjes, verrassingen. Voor ons, ons alleen. En terwijl ik zo mokkend achter mijn computer zit, keihard de stapels achterstallige administratie te negeren en de tikkende deadline van mijn boekhouder (lever je spullen van 2015 eens in...), begrijp ik mijn eigen gepeins ineens beter. Ik wil de rest niet. Wij zijn al genoeg. Wij zijn al met best veel. Wij zijn alles wat in mijn hoofd past. Is dat te weinig? Misschien. Misschien ook niet. Wat is er nou echt belangrijk aan die papieren? 
Kijk, ik weet ook wel dat je als modern mens geacht wordt ambitieus te zijn. Honderd ballen tegelijk in de lucht te houden. Een vette carrière maken, wereldreizen, je huis zo vorm geven dat het in een woonblad past en elke dag zo iets leuks beleven dat je er iets geweldig grappigs over op Instagram kan plaatsen, met honderden likes erop. Je zaakjes op orde hebben, de volwassen dingen gewoon doen. Ik weet het wel. Maar ik ben eigenlijk niet echt een toonbeeld van de nieuwe generatie. Modern? Bwaaaah, ik ben eerder nostalgisch aangelegd. Dus al dat ambitieuze gedoe, dat voelt in november allemaal als stroop. Plakkerig en zoet en niet om door te komen. 

Om maar ergens te beginnen zette ik me toe op een van de taakjes die ik normaal erg leuk vind om te doen: m'n foto's bewerken. De berg onbewerkte plaatjes is inmiddels schrikbarend hoog, dus ik gaf mezelf de herfstvakantie als overzichtelijk werkje. Wat zag ik? Die vakantie bestond alleen uit wij. Het was er fijn, buiten, zonnig, mooi en er stonden vijf hele leuke mensen op de foto. VIJF! Soms (meestal) kan ik dat nog steeds niet geloven. Dat ik eerst alleen was, toen de leukste man ter aarde ontmoette en dat we nu ineens een hele bende kinderen aanvoeren. Dat deze drie bijzondere mensjes bij ons horen. Onze eigen tribe. Van allerleukste mensen die er maar zijn. Het is dat het elke dag zo is, dat ze er elke dag zijn,  maar ik vind het overdonderend en onvoorstelbaar. Waar komen ze ineens vandaan? (Oke, dat weet ik heus nog wel. Bevallingen vergeet je ook weer niet zo snel.)    


Dat meisje, dat boven alles in de wereld staat en zelf wel bepaalt hoe het gaat en hoe zij het doet. Ik wou dat ik haar levensinstelling mocht lenen. 'Mamma, als ik iets wil, dan kan ik het.' En zo is het ook. Dat andere meisje, zo lief en zacht en dromerig en dwars als je iets van haar wil waar ze nog geen zin in heeft. Toen ze nog in mijn buik zat bedacht ik een egeltje voor op haar geboortekaart. En dat is precies wat ze is geworden: een mooi en scharrelend wezen. Aandoenlijk en graag buiten. Als er gevaar dreigt, rolt ze zich op tot een stekelbol. Een fijn mechanisme voor haar (voor mij nogal prikkelig om haar zo nu en dan te ontrollen). En dan ook nog dat immer vrolijke jongetje. Dat het de hele dag uitschreeuwt van enthousiasme. Dat alles begrijpt, alles mee wil doen en overal grapjes van maakt. Hij zorgt dat ik op deze donkere ochtenden wel mijn bed uit wil stappen, als hij me kusjes komt geven en vraagt 'Mamma, hoor jij nog mij? Kom jij uit bed? Dan gaat wij aankleden en pap maken.'




Wij, ik hou van ons. En vooruit, voor ons ga ik dan wel weer wassen, boodschappen doen, koken, opruimen, papieren in mappen stoppen, werken en al die andere dingen. Anders zijn wij ook niet leuk. En misschien moet ik maar eens een goede herfstwandeling gaan maken, dat helpt vast ook tegen herfstdepressies, ha!

maandag 14 november 2016

Oh die goede oude Sint!

Jongens heb je het al vernomen? Tralalalie, tiralalala,
Sinterklaas is aangekomen, Tralalalie, tiralalala,
Laat ons zingen hand in hand,
Sinterklaas is weer in't land,
Tralalalie, tiralalala Tralalalie, tiralalala...

Ik weet zeker dat u allen dit zingend hebt gelezen. Zéker.
En beter kan ik het niet zeggen: Laat ons zingen hand in hand, Sinterklaas is weer in't land!
Want ook al worden gekken de baas aan de overkant van de oceaan, ook al ruziën grote mensen op grond van misverstanden, woede en argwaan over zaken als de kleur van een magisch figuur, Sinterklaas is weer in het land. En dat vieren we hand in hand. Wat je ook vindt.
Na een prachtavond op vrijdag waarop we een andere Sint eerden met lichtjes, lampionnen en mooie liedjes, moesten we zaterdag alweer omschakelen naar de échte Sint, zoals de freules het voor zichzelf uitlegden. Die Sint die niet dood is. Oh man, de vreugde toen de doos vol verkleedkleren en mooie spulletjes naar beneden kwam, was groot. De grote freule bouwde een enorm pieterparcours in de woonkamer, de kleine freule  trok de kachel open om daar handen vol as te pakken voor wat roet. (...) En het kleinste Pietje in huis bleek alles van vorig jaar nog te weten.

We keken ademloos het Sinterklaasjournaal en ik slikte wat bezwaren en mitsen en maren door, toen ik zag hoe de kinderen keken. Die zagen een piet die niet door de schoorsteen durfde, dus wit was met een ring, een piet die niet zo vaak door de schoorsteen ging en huispiet. Klaar. Niks meer aan doen. Prachtig, heerlijk, helemaal goed. Op een ander moment ga ik u uitleggen dat het waanzinnige idee van een pietenpretpark, het gebruik van het woord schmink en krankzinnig gekleurde pieten te zot voor woorden zijn. En dat de scriptschrijver van het journaal niet zo debiel moet doen door er 'voor ieder wat wils' in te willen stoppen. Maar goed. Eerst de intocht.
Daar hadden we namelijk onnoemelijk veel zin in. Onnoemelijk. Ondragelijk bijna. Savine haalde een verrekijker van zolder, om er zeker van te zijn dat zij Sint als eerste zou zien. Ze knalde bijna uit elkaar van ongeduld. Dat doet ze vaker. Maar ach, dat arme kind. Alles zal en moet ze in zich opnemen. En terwijl ik zo naar de wachtende menigte keek, merkte ik dat ik alerter was dan ik ooit in mijn leven ben geweest. Dat vond ik stom. Heel erg stom. Ik heb vertrouwen in mensen, dacht ik. Maar ik vroeg me ernstig af wat die twee donkere pubers met een plat Utrechts meisje nou toch deden bij de intocht, op hun plekkie helemaal vooraan bij het hek. Het bleek genieten te zijn. Ze lachten vertederd naar mijn kinderen en mij, deinden wat mee, op een manier waarop coole pubers dat doen. Ze stonden daar om de intocht te kijken. Wat had ik dan gedacht?

Vervolgens kwam een man met zwaar buitenlands accent naast mij staan. Heel dichtbij. Zo dichtbij dat ik het niet zo fijn meer vond. Maar dat deed hij omdat hij dan Sinterklaas kon zien. En mij, bijna een zoen gevend, in mijn oor kon roepen: 'Vandaag is een feestelijke dag!'




En zo is het. Een feest. Met de komst van Sinterklaas is een klein beetje van mijn geloof in de mensheid teruggekomen en vallen elke dag hopelijk meer vooroordelen, argwaan en irreële angsten van mij, van ons af. Laten we dat vieren! Zoals ik hoorde van iemand die de goede oude man erg goed kent,  dat het geweldig is om zoveel verbondenheid en vrolijkheid bij kinderen en volwassenen te zien. En om te voelen. Want ik stond natuurlijk als vanouds te grienen terwijl ik als een waanzinnige naar een boot vol pieten zwaaide. En zo hoort het.




dinsdag 8 november 2016

Twee violen en een traktatie en een taart

Je zou zeggen dat je er met een beetje spetterend kinderfeestje wel bent, wat verjaardagen betreft. Maar nee. Een jarige heeft ook nog (zelfgemaakte) kado's nodig, feestkleding, een traktatie en een grote mensenfeest. Zie hier. Dat alles. Van ons driedaagse-degrotefreuleisvijf-festival. Eigenlijk is het krankzinnig. Dat hele twee violen en een traktatie en een taart gebeuren... 
Maar kijk nou. Voor dat blije hoofd doe je dat dan allemaal... 
Dus daar gingen we. Aan al onze zelfopgelegde tradities voldoen. 1. het verjaardagsshirt. Check. Zie hierboven. De uitvinding van de eeuw: de Timmerman vormpjes laten snijden. Kan ie knettergoed. Scheelde zo weer een uur nachtrust. 2. Nieuw stekertje in de verjaardagsring. Check. Hierboven zet ze hem erin. Heerlijk als ze zich er zo op verheugen.
3. Verjaardagskleren/ kleine kadootjes/ ontbijt met croissantjes/ verjaardagshaar check. Pff, maar gelukt. 
4. Hét ding. Ons zelfgemaakte kado. Ik had een best wel goed idee. En de Timmerman is echt best wel goed in het uitvoeren van moeilijke projecten. Dus zo konden we ineens weer een levensgroot object aan onze woonkamer toevoegen: de kromme plank. Of te wel, een soort Wobbel . Een fantastisch concept en een instant hit bij de kinderen. Dus heb je geen geniale Timmerman in huis lopen die heel veel flinterdunne latjes op elkaar lijmt en dan om een mal spant, bestel er dan een. 
Hier hebben ze de hele dag ruzie om wie er aan de beurt is, er worden elk uur talloze tenen en vingers geplet in de strijd, maar vooral er wordt heel veel gestunt! Van wiebelend 'planken' (dit wordt de nieuwste sportschooltrend, mark my words) tot liggend schommelen tot extreem 'surfen'. Het is fantastisch. Ik wil er ook een.



5.Taart eten met met opa's en oma's en ooms en tantes en andere lieve mensen. Ook check. Dat was heel feestelijk en geinig, want we mochten ook met het nieuwe speelgoed spelen. En ik liet de Timmerman de taarten bakken. Zo sprokkelde ik zowaar weer wat uurtjes slaap.
6. En dan moest er ook nog getrakteerd worden. Dat was leuk, want daarvoor maakten we iets uber nostalgisch. Vlinderwafeltjes! Een traktatie zoals mijn moeder hem vroeger voor mij maakte. Al jaren liep ik met het plan in mijn hoofd om die herinnering van vroeger nu nieuwe leven in te gaan blazen. Dat zou moeten kunnen, want al sinds ik op kamers ben gegaan, verhuist het gietijzeren vormpje en het handvat met me mee. Waar een ander het al twintig keer weggegooid zou hebben wegens ondefinieerbare troep, wachtte ik op het juiste moment om het te gebruiken. Na achttien jaar dus, toen ging ik maar eens googelen op recepten. En jawel! Ik vond iets dat op een recept leek op een nogal extreem enge en gladde site. Waar kookfilmpjes op staan waarin ze vertellen dat hun hippe geschenk verkrijgbaar is in een 'luxe casette'. Nou dan weet je het wel. Daar krijg je meteen zin van om wafels te bakken. Het ding dat ik heb is bepaald niet hip, maar wel degelijk super truttig. Zoals het hoort als het om keukengerei gaat.   


Zo kwam het dat we op Ianthe's oudejaarsavond een soort variant van oliebollen stonden te bakken. Vlinderwafeltjes dames en heren, knoop die in je oren. Ze gaan groot worden, wat ik je brom. Lijken heel veel werk, smaken heerlijk, kinderen vinden ze prachtig en het is dus eigenlijk helemaal niet veel gedoe om er zo dertig uit de pan te toveren. Willen we allemaal, indruk maken met weinig moeite. Bij deze. Mijn tip.  

Dat was het dan. Ik was van plan me eigenlijk niet meer te verroeren tot, zeg, eerste kerstdag. Maar ja. De leven. Daar staat morgenavond afzwemmen op het programma en vrijdag sint Maarten en zaterdag een etentje en zondag de intocht van Sinterklaas, en volgende week... Nou ja. Zonder hier u mijn complete agenda door de strot te duwen, begrijpt u het wel. De leven is druk. En meestal nogal feestelijk. Vooral dat laatste, onthou dat.