Pagina's

Posts tonen met het label boerderij. Alle posts tonen
Posts tonen met het label boerderij. Alle posts tonen

woensdag 13 september 2017

Dierenfeestje

Jullie dachten natuurlijk, 'is ze nou nóg op vakantie? Of is ze ons helemaal vergeten?' Nee. Allebei niet. Vakantie ligt alweer vele regenbuien achter me, en vergeten doe ik jullie zeker niet. Kon ik maar een kabeltje op mijn hoofd aansluiten, waarop alle verhalen rechtstreeks naar dit blog stroomden. Dat je niet eerst je computer er voor hoeft te fixen. Of een nieuwe harde schijf moet kopen om je 40 gig aan onbewerkte vakantiefoto's op te stallen. Het is namelijk zo dat elk apparaat dat ik de afgelopen weken aanraakte er subiet mee ophield. Van de melkopschuimer tot de printer, van de bel tot office op mijn computer, van het kunnen bellen op mijn telefoon tot de auto midden op een kruispunt. Een mens zou van minder een zenuwtoeval krijgen. Maar zo langzamerhand beginnen dingen weer mee te werken. En zodoende dacht ik, laat ik jullie eens wat vertellen over dierentraktaties. 
Want natuurlijk zijn jullie en masse aan het aftellen tot het dierendag is. Hebben jullie de slingers al klaar hangen en zijn jullie je hoofd aan het breken over een lekkernij die je vier oktober aan je liefsjepiefsje (mensen praten altijd heel infantiel tegen hun huisdieren) kan presenteren. Ho! Stop! Zoek niet langer! Ik heb namelijk enorm leuke traktaties in de aanbieding. Tenminste als je een hond, konijn of pony hebt. Anders heb je nog steeds een probleem. Nu kan ik jullie compleet uit de doeken doen hoe je konijsjes maakt (haha, konijsjes. haha) of hondenkoekjes of een paardentaart. Maar dat hoeft helemaal niet, want je kunt ook even langs de Coop fietsen. Daar heb ik het in hun blad geschreven. Handig! (en als je het toch graag wilt weten, maar de Coop niet kunt vinden, dan moet je me even een berichtje sturen en dan krijg je het recept) 

Het grappige van al die dierentraktaties is, dat ze er eigenlijk best smakelijk voor mensen uitzien. Oke, het bevroren konijnenvoer niet zo, maar de suikervrije worteltaart voor pony's wel. En pindakaaskoekjes voor honden klinken ook niet vies. Niet dat het die dieren iets uitmaakt of het mooi is wat je ze voorschotelt, als je het maar kunt eten. En snel een beetje.


Het leukste aan deze klus was natuurlijk dat ik dieren moest vinden die de traktaties op wilden eten. Zoals Manus met haar kersverse veulen. Dolblij was ze met haar taart  de appeltjes die rond de taart lagen. De kleine freule begeleide het fotomodel vakkundig en zo kwam het dat ze per ongeluk toch ook in het blad stond. Maar dat snap ik volkomen. Zet dat kind naast een pony en ze begint te stralen. Daar wordt elke foto mooi van.

Nu klinkt dit alsof dit allemaal een makkie was he? Beetje een taart, koekjes en ijsjes maken, die aan een dier geven en daar een foto van maken. Maar ik werd er, na het plaatsen van dit stukje, fijntjes op gewezen dat ik helemaal niet een eerlijk kijkje achter de schermen van deze fotoshoot had gegeven. Door iemand die met veel plezier had staan aanschouwen hoe ik daar in het zompige veld op mijn knieën had liggen instrueren hoe de pony met veulen precies aan moest komen lopen, zonder dat er kinderen door het beeld liepen, hoe het eerste hapje genomen diende te worden zonder slagveld te creëren en zonder dat het kleedje van de strobaal waaide. Nogal een exercitie bleek. Want pony's die een taart krijgen, eten niet rustig en keurig, zodat je een foto kan maken van een mooie taart en blije pony. Nee ze ruïneren het verfijnde baksel binnen een seconde, door er hun hele bakkes in te duwen om vervolgens die enorme hap kwijlend en druipend naar binnen te werken. Bovendien bleek het voor kinderen die hun lievelingspony met veulen zien, nogal onmogelijk om niet recht voor de camera te gaan staan. En dat kleedje... Nou ja, wie verzint er dan ook om een kleedje op een strobaal midden in een weiland te leggen? En dat was dan alleen nog maar de paardentraktatie... 



Want die konijnenijsjes bleken ook niet geheel en al eenvoudig. Worteltjes worden slap zodra je ze in een vriezer stopt (duh) en konijnenvoer lost op tot een bruine derrie die niet zo fotogeniek is. Maar goed, die zeven kleine konijntjes die net geboren waren op de boerderij maakten veel goed. De konijsjes vielen goed in de smaak en dan vooral die slap geworden wortels die niet op de foto moesten. Maar nog even he,  z e v e n babykonijntjes. Die je op schoot kon nemen. En aaien. En vast kon houden. Alle vijf vielen we in katzwijm. We wilden ze. En we kregen ze. Twee haalden we eind deze zomer op om bij ons te komen wonen. Het fotomodel hierboven heet Bob en is nog steeds heel klein en vooral heel schattig. En dan hebben we ook nog Stippel. Maar ik zie geen stippels bij de konijnen op deze foto's. Dus of toen had ie ze nog niet. Of hij houdt niet van poseren, of van konijsjes. 



En dan hadden we ook nog en beetje geluk. Want ten tijde van deze fotoshoot, waren er alleen volwassen teckels als model voorhanden. Die bleken gewoon te kunnen luisteren en te zitten en te wachten met eten tot ik de foto genomen had. Best wel praktisch. Al bleken ze het best wel stom te vinden dat we de hele tijd koekjes voor hun neus zwaaiden zonder dat ze die op mochten eten. Eén miezerig exemplaar kregen ze voor hun knappe fotokunsten. Ja. Ik denk niet dat ik vrienden gemaakt heb.




Een paar weken later werden negen puppies geboren. N e g e n. Kunt u zich voorstellen wat dat met mijn hormonen doet? Als ik een babykonijn al niet kan weerstaan? Goddank hebben we nu niet ook nog twee honden. Of negen. Want als je ze eenmaal hebt vastgehouden wil je ze allemaal mee naar huis. Had ik daar gezeten met een halve kinderboerderij en een woedende kat die echt geen indringers blieft. Maar goed. Al die hondenkinders kan ik nu dus mooi trakteren op een zelfgebakken koekje. Want serieus. Wie wil er nou niet koekjes in de vorm van een botje of teckel? Al heb ik nog een beter plan. Ik moet natuurlijk al die treurige en rouwende huisdierloze mensen daarmee verrassen op vier oktober. Want die kunnen op zo'n nationale feestdag wel een opsteker gebruiken... 




woensdag 29 juni 2016

Wees vrij mijn liefjes


Niet vaak genoeg zeg ik het de freules: wees vrij mijn liefjes. Wees vrij in wat je wil, denkt, doet, kan, bent. Wees jezelf. Het is geen gegeven in deze wereld dat je vrij mag zijn. Ze zouden me nogal gek aankijken als ik dat soort onzin ga uitkramen. Vrij? Betekent dat dat je niet naar school hoeft? 

De meisjes zien het nog niet, maar ik zie ze steeds meer op hun pad opstapelen: verwachtingen. Ze moeten zo langzamerhand mee gaan doen in de maatschappij. Zich gedragen. Presteren. Voorbeeldig, slim, aardig, beleefd en conform de leercurves zijn. En daarmee stapje voor stapje hun vrijheid en eigenheid inleveren. Ik zou ze zo graag zo lang mogelijk zonder deze last houden. Vrij en wild. Het volwassen leven duurt nog zo lang.                  

Ik besef me dat het mijn gevoel is dat ik graag hun onbevangenheid wil vasthouden. Zij strijden er niet tegen. Alleen tegen mij als ik met onzalige ideeën kom. Zoals daar zijn: op tijd uit bed komen, aankleden, aan tafel blijven zitten of je ontbijt binnen afzienbare tijd opeten. Tot zover hun NOT to do lijst. In de rest van de wereld storten ze zich vol enthousiasme. En dat maakt mij de bewaker van die verwachtingen waar ik mezelf zo tegen verzet. 

Dat zal het lot van een moeder zijn. Dat je met lede ogen moet aanzien dat ze echt groter groeien. Dat ze gaan meemaken wat jij al hebt meegemaakt. Dat ze dezelfde worstelingen moeten ondergaan, de onzekerheden, dat ze dingen moet doen die ze helemaal niet willen of willen leren. Wat zou ik ze daar graag tegen beschermen. Het zal niet gaan. Het hoort erbij. 


Na de zomervakantie komt de eerste grote stap in het 'echte' leven: mijn grootste freule wordt een eerste klasser, zoals dat heet op de Vrije School. Het leren gaat beginnen, aan een eigen tafeltje dat uitkijkt op het schoolbord. Heel echt, heel serieus. Elke dag gaat er meer kennis in haar hoofd gestampt worden. Ze is er klaar voor. Zij wel. 

Wat een geluk dat ze dan op een school zit die om te beginnen het woord 'Vrij' in zijn naam heeft. Totaal misleidend voor de meeste volwassenen trouwens. Die zien een anarchistische school voor zich waar de kinderen zelf mogen bepalen wat ze doen. Niets is minder waar. Klassikaal onderwijs is het. Met een heel duidelijk, vol en vaststaand leerprogramma. Maar ook heel rijk, en vrij in die zin dat er aandacht is voor het ontwikkelen van het eigen kind doordat er veel meer vakken aangeboden worden dan rekenen en taal. Ik hoop dat ze het een feest gaat vinden. En dat ze met net zoveel enthousiasme, levensvreugde en geluk straks in de schoolbanken klimt, zoals op de pony op deze foto's. (En vooruit, op termijn is het best wel leuk als ze straks kan lezen wat ik zoal over en voor haar schrijf...) 

zondag 3 april 2016

Wij dopen dit mensenkind

Er was eens... een heel fijn plekje op aarde. Precies ingeklemd tussen bos en hei lag een oud boerderijtje. Het scheve bouwwerk trok vele mensen en dieren naar zich toe. De mensen kwamen er om avonturen te beleven, zichzelf te vinden en juist ook anderen. Vriendschappen voor het leven werden er gesloten terwijl tot diep in de nacht gezongen werd. Het graafschap, waar de boerderij langzaam in veranderde, was  het thuis van kippen, konijnen, cavia's, katten, honden een heel veel pony's. En zoals dat gaat in sprookjes en met bijzondere plekken, er gebeurde altijd wel wat. Omdat al die avonturen bejubeld werden, alle dieren en inwoners gekoesterd, moest ook altijd alles worden bezegeld met een ritueel. Zo werden jonge veulens elke week gedoopt. Met een plens heilig water, kreeg elk dier zijn naam toegeroepen, uit tientallen kinderkelen tegelijk. 'In de naam van... en hij zal heten...' Het was meer een bezwering eigenlijk. Gevolgd door negerzoenen. En een aai over de zachte ponyneus. In de hoop dat iedereen die bij de doop was, écht lang en gelukkig zou leven. 


Op dit boerderijtje ben ik groot geworden. Ik woonde er nooit, maar ik groeide er op tot het mens dat ik nu ben. Ik leerde wie dat is, wat ik kan, van wie ik hou en hoe je dingen doet. De magie is er geen verzinsel maar echt. In het bos wonen trollen en heksen, tovenaars en prinsessen in huizen en paleizen die ik eigenhandig voor ze gebouwd heb. Hun schatten vond ik in alle uithoeken van de wereld. Wat ik met ze beleefde, wordt voor altijd bezongen. En sommigen, zullen voor altijd een stukje van mij zijn. (Ugh! zei de indianengeest, Fluxon! klapte Fluxon, Hallo! riep Tineke Meier.) In het leven zijn vele normen en waarden aan te hangen. Maar die van het graafschap staan voor mij boven alles. Je mag zijn wie je bent. Je durft meer dan je denkt. Samen lossen we alles op. Aan regels hoef je je niet altijd te houden. Met glitter en glans is alles mooier. In ieder kind zit een prinses, of rover, of heks, of koning, of zwarte man, of aardbei. Wat zeg ik, in ieder mens zit dat. Die normen en waarden wil ik meer dan al het andere in de wereld meegeven aan mijn kinderen. Daar is maar een manier voor: dopen. In de naam van...


Zo kreeg de grote freule als drie maanden oude baby een buis vol dromen van een goede fee en een plens water over zich heen tijdens een mooie ceremonie. Er was vuurwerk, Wilrik kwam met zijn kanon schieten en er waren soesjes. Een mensenkind dopen vroeg om iets meer verfijning dan een negerzoen. Op een besneeuwde eerste paasdag droegen een koning en koningin vlak na het paasontbijt een lieve kleine Ianthe naar de deel voor een tweede doop. Ook bij haar kwam een goede fee langs voor wat wensen en was er lekkers. Toen kwam er een zoon. Hij groeide op, moest al zijn aandacht delen met z'n zussen en niemand die hem officieel welkom had geheten op de wereld, of zoete dromen in z'n oor had gefluisterd. Dat kon zo niet langer. Ook Otto moest gedoopt worden. 


Nu snapt ieder mens, zo'n doop is indrukwekkend. De aanwezigen hebben hun rituele kleding aangetrokken, bedacht wat ze gaan zeggen, iets meegenomen om de doop te bezegelen. De gasten staan geduldig te wachten tot ze de spreuk mee mogen zeggen, de speelwei is gedoopt in wat lente zonlicht. Het gaat beginnen. 'Otto, we gaan je dopen. Kom ik til je op, want ik wil mooie dingen tegen je zeggen.' Otto: Bal! Bal! Bal! Trekker! Trekker! Trekker!' En hij rent weg....


Goed. Kind weer gevangen, het gaat beginnen. Alsof de weergoden voor wat extra dramatiek willen zorgen, worden we ineens overspoeld met grote windgolven. Tegen de loeiende vlagen in roepen we dingen als: deze steentjes die iedereen krijgt, zorgen ervoor dat je kunt groeien als mens. Wat? GROEISTENEN. KUN JE ETEN! En deze magische stenen, die de prinses vast heeft, zijn om zo dapper te worden dat je elk avontuur aankunt. WAT? D E E L M A A R U I T! Hoedjes waaien af, niemand verstaat wat. Alle dromen vervliegen in de wind, alle wensen hangen in de lucht. 'Bal!' 



Dan maar dopen. 'In de naam...' Nog voordat iedereen deze woorden heeft kunnen herhalen, begint de regen in ons gezicht te slaan. 'Van Hoeve ..." Handen voor de dichtgeknepen ogen. 'Dopen wij dit mensenkind...' Bibberende ridder, prinses en aardbei, schuilende gasten. 'En hij zal heten...Otto!' Naast de regen krijgt Otto een plensje water extra, heilig water uit een kannetje. Hij kijkt verbijsterd naar alle tumult en zegt de wijze woorden: 'Nat.' En dat was dat. Een minuut later was het droog en ging de zon weer schijnen.


Otto Pieter Koen. Het is een feest dat jij er bent. Dat zelfs de weergoden zich tegen jou aan bemoeien, opdat je waarschijnlijk een stormachtig en avontuurlijk leven zult krijgen, omringd door lachende mensen. 





donderdag 31 maart 2016

We vieren... ehm... de lente!

Het was paasweekend. Dat kan u niet ontgaan zijn, want dat was het bij iedereen. Aangezien ik dol ben op tradities en rituelen, zaten wij het ganse weekend te paasontbijten, brunchen en dineren. Met onze paasbeste kleren aan, aan prachtige gedekte tafels met gezellige paasservetten. Daarbij lachten we onophoudelijk naar elkaar en zeiden we nog maar eens hoeveel we van elkaar hielden en dat we het zo leuk hebben met elkaar. Ja. En morgen is het 1 april. Al zeiden we van dat houden van wel echt tegen elkaar. Voordat deze beker sap over tafel gesmeten werd: 
Daarna gingen we naar de boerderij. Daar hoef je niet je paasbeste kleren aan, heb je geen tafelmanieren nodig en daar komt de paashaas nog echt langs. Kortom: de beste paasplek die er maar is. Oh zo heerlijk om die hoofdjes steeds harder te zien stralen bij een groter wordende berg paaseitjes. Het 'chocolaaaaaa!' van Otto, bij het eerste ei dat hij in zijn mond stak. De honden die meededen aan het eierzoeken. En de eierpoeper waarvan niemand begrijpt wat hij eigenlijk doet, wie hij is en waarom hij de paashaas helpt. Otto vertrouwde hem ook voor geen meter, die enorme zwarte vogel. En terecht, vind ik. 







Pasen. Eigenlijk maar een gek iets. Ik deed een zeer korte poging tijdens het ontbijt om aan de kinderen uit te leggen wat er te vieren viel dit weekend. Ik raakte nogal in de knoop. 'Eerst vond iedereen Jezus aardig. Je weet wel Jezus, die baby van kerst. Maar ineens lieten zijn vrienden hem in de steek en vond de koning dat hij dood moest. Ja. Ze hingen hem aan een kruis. Maar hé, daarmee werden wel al onze zonden vergeven. Zonden ja. Dat is als je iets verkeerd doet. Vergeven betekent dat het niet erg meer is. Nee daar hoeft niet altijd iemand voor dood. Gelukkig kwam hij daarna weer tot leven. Dát vieren we.' Ik keek tegen nogal onbegrijpende gezichten aan. De feestvreugde was ver te zoeken. Ik vervolgde: 'Vergeet dit verhaal maar jongens. We vieren dat het weer lente wordt. En wist je dat hazen geen hol hebben? Die slapen in het weiland en in hun bedjes leggen vogeltjes wel eens een ei. Vandaar de paaseieren!' Dat was ook onbegrijpelijk. Maar er ging tenminste niemand bij dood.  
Gelukkig konden we op de boerderij aan de grote schoonmaak beginnen. Dat was een stuk overzichtelijker. Oude troep in een vuur smijten en ontdekken dat het steeds langer licht is. Dát is Pasen. Plus een kilo chocola. Plus op een trekker dan wel pony rijden. 




Zien hoe snel die kinderen groot worden? Kijk nou:


donderdag 10 september 2015

Licht aan de hemel- Zomerse OTN-avonturen deel #4


Vanavond zou blogavond worden. Met zomerse plaatjes en luchtige verhalen over niksigheid. Maar het lukt niet. Het past er niet bij in mijn hoofd. Dat zit vol met krantenberichten die bol staan van de ellende. Een vluchtelingenjongetje op het strand, een door mij bewonderde schrijver die het licht in het leven niet meer zag. Ik vind het nogal wat. Ik huil ervan. Het maakt me machteloos, droevig, boos en gefrustreerd. En alles wat hier de dagelijkse gang van zaken bepaalt, nogal zinloos. Dus zat ik hier vanavond moedeloos voor me uit te staren en  een pak hagelslag leeg te eten bij gebrek aan beter. Hielp dat? Nee natuurlijk niet. Niks helpt. 

Noem mij een pessimist, maar ik denk dat een rugzakje met rondslingerend kinderspul dat ik zou kunnen doneren echt niks verandert aan het vluchtelingenvraagstuk. En dat Joost Zwagerman er geen donder aan heeft dat ik om hem treur en me nu voorneem zijn boeken nog maar eens te gaan lezen. Maar wat dan? Ik weet het niet zo goed. Grote dingen des levens kun je niet zo maar veranderen. Maar al het kleine misschien wel. Al is het maar dat we stil staan bij wat we hebben. Geluk, liefde, gezondheid, ze zijn niet vanzelfsprekend. Als je ze hebt, moet ze bejubelen, omarmen, vieren. Dus dat ga ik dan toch maar doen. De fijne gewone dingen laten stralen. Omdat ik zou willen dat iedereen lichtpuntjes om zich heen kan zien.  



Nou goed, waar waren we? Even een schets: boerderij- kinderschare- dierenschare- regen en blubber. Heerlijke lichtpuntjes. Maar weet je? Net als je denkt, nu ga ik in bed liggen met mijn hoofd onder de deken en kom er nooit meer uit, wordt het droog. Zo gaat dat. En zo kwam het dat de freules toch nog euforisch op een pony klommen en hun moeder verbouwereerd aan de kant van de bak achterlieten toen ze zonder naastloper, al dravend naar me zwaaiden. Ik zweer het je, dat deden ze, met die 3 en 5 jaar van ze. Nu zou ik het liefst hier de tientallen ponyfoto's die ik van ze nam, posten, plus de filmpjes waarop ze als ware amazones rondrijden. Ja joh, zo'n uit z'n voegen barstend trots moederhart doet rare dingen met je. Gelukkig bezit ik een klein beetje gezond verstand en weet ik dat behalve oma en opa daar niemand een plezier mee doe. (Dat ze al lang en breed op Facebook staan vergeet ik voor het gemak maar even. Stt. En sorry.Nee, echt geeeeen sorry daarvoor.Weet je hóe knap!) 



Om paard te kunnen rijden, beschikken de freules over een kek paardrijpak. Om op de boerderij rond te lopen, hebben ze de beschikking over een heus boederijpak. En gaat dat dan zo, zoals bij alle boerengezinnen uit de wijde omgeving, dat buiten louter de overall wordt gedragen? En zondag je goede goed? Welnee, want in die gezinnen wonen niet mijn freules. Die houden namelijk alleen van strak, en tule en glitter en gloednieuwe 'skinny's', en vooral niet van overalls. Zelfs niet als die knalroze zijn. Maar liefst een uur werden ze gebruikt, daarna moest er worden omgekleed. Net als de rest van de week waarin ook elk uur de kleren werden verwisseld als ze weer eens onder de kippenpoep, blubber, etensresten of ondefinieerbare rotzooi zaten. Gelukkig is mijn hobby wasmachine's aanzwengelen, dus de dames verwenden me. 




Nu denken jullie natuurlijk allemaal, ahgod, die freules zijn van die hele lieve propere kindjes. Wat fijn. Ja. Nee. Dat is het dus niet. Daar waar vlekken op de kleren niet gewaardeerd worden, vinden ze aangekoekte korsten voedsel in huidplooien dan weer niet hinderlijk. Of haren die langzamerhand in dreadlocks overgaan. Zwarte klauwnagels? Prima. Als er maar niet gedoucht of gebadderd hoeft te worden. Ze zouden nog liever in de sloot springen onder het mom van 'dan zijn we toch ook schoongespoeld?' dan dat er shampoo in hun haar terecht zou komen. Vooral dat hele lieve kleine trolletje is allergisch voor zeep, sop, borstels, poetsdoekjes en nagelknippers. Het is een wonder dat er niet de hele dag een zwerm vliegen om haar heen hangt. 





Twee van de drie kreeg ik uiteindelijk schoon. Voor een 'boerderijbad', een wasmand warm water in het weiland, waren ze wel te porren. Het derde trolletje is in de gehele vakantie van vier weken drie keer onder de douche geweest. En dat is in kilometers omtrek te horen geweest. Daar staat dan wel weer tegenover dat ze na deze boerderijweek klaar was met omkleden en drie weken lang dezelfde kleren aantrok. Dat vond ik dan weer goed bedacht van ons Floddertje. 





En zo kwam aan de eerste heerlijke vakantieweek een eind. De boerderij, de meest magische plek op aarde waar zelfs eindeloze regen niks aan kan veranderen, was een heerlijk vertrekpunt voor verdere vakantieplannen. Dat die niet vlekkeloos verliepen, spreekt vanzelf. Dat maakte op de laatste avond bij ondergaande zon, hinnikende pony's op de achtergrond, knapperend kampvuur bij onze warme benen, en tokkelende gitaren die over het erf galmden, nog geen mens uit. Daar, met uitzicht op de weilanden, lijkt de rest van de wereld even niet te bestaan. Daar is alles goed. Was alles maar altijd zo.  


** Volgende keer in de serie 'Zomerse OTN-avonturen'; Hoe alle Franse campings subiet hun deuren sluiten zodra ze er lucht van krijgen dat wij er met onze 32 jarige vouwwagen aan komen. ** Dat wil je niet missen!