Pagina's

dinsdag 30 juli 2013

Proefkamperen #1







































We namen onze jubilerende vouwwagen (uit 1983) mee naar een weekendje natuurcamping.
Samen met een eveneens oranje-bruine vriend, die toevallig even oud was
en net nieuwe baasjes had die wel even moesten testen of- ie niet lek was.
En wij moesten testen of de freules wel in hun door ons bedachte slaapplek wilden slapen
(Nee. Dat heeft de hele wijde omgeving van Punthorst gehoord. Ab-so-luut NIET)
en of de piepkleine gaatjes in het dak tegen code oranje konden.
(Prima! Nu nog mijn zenuwen onder controle krijgen bij de rollende donders boven mijn hoofd)

Als je afgelopen weekend nietsvermoedend 'ons' veldje op de camping kwam oplopen
zag je per ongeluk een jaren 80 foto.
Oranje, bruin, hoekig, psychedelisch.
Even knipperen, toch niet helemaal.
De kledij was net niet in stijl.
Maar daar was dan ook alles mee gezegd.
Het veldje bestond uit 2 x vouwwagen
en 2 x een oude kampeerbus.
Dat was niet afgesproken,
maar het kwam de sfeer zeer ten goede...

Want wat een vrolijk volkje zeg, op zo'n natuurcamping!
'Falderee falderaa falderhopsasa,'
zo klonk het, al hemels begeleid door tokkelende gitaren
en kinder-engelstemmetjes.
En over volkjes gesproken,
we kwamen nog een aardig stel tegen bij het ven.
Zeer gecamoufleerd zo tussen de felgekleurde badpakjes
baggerden een stelletje halve boswachters met schoenen en al het water in.
Onder euforische gekreet haalden ze een amfibie-achtig wezen naar boven.
Zo eentje waar de hele zomer goedbedoelde zandkastelen voor worden gebouwd
door ijverige kindertjes, die de beestjes in hun knuistjes geklemd houden
tot ze doen wat zij willen:
namelijk een rondje door de slotgracht zwemmen.
En dat doen ze zelden.

Best jammer,
want het boswachtervolkje had verstand van het een en ander
en beweerde dat ze zojuist een zeer, zeer zeldzaam beest hadden gevonden.
Een van de zeldzaamste van Nederland zelfs.
Wat dan? Wat dan? Hoor ik u allen roepen.
Ja, stelletje biologen, ik zal het u onthullen.
Het beestje, dat spoedig zijn staart zal verliezen,
is een knoflookpad.
Ja.
Meer weet ik ook niet.
Behalve dan dat ik alle kindertjes die ik ooit nog twintig van die beesten in een emmertje zie proppen
zal zeggen dat ze de halve populatie van een diersoort aan het uitmoorden zijn.
En dat dat heel erg is.
Voor de knoflookpad.
Omdat we daar allemaal heel erg aan gehecht zijn.

Naast de biologieles kregen we ook bezoek.
We waren immers al een hele nacht van huis
dus men moest maar eens poolshoogte komen nemen
van onze staat van welzijn.
Die was goed. Zeer goed.
Zeker met al die koude drank die ze meenamen.
Waarover later meer.
Of eigenlijk niet.
Het is een kort verhaal:
de drank ging op.
Bij een kampvuur.
En om nog een laatste prangende vraag te beantwoorden:
Ja, het is een onderbroek op Savines hoofd.
Weet ook niet van wie ze dat heeft.



3 opmerkingen: