Pagina's

zaterdag 28 mei 2016

Nu vaarwel

PROLOOG
Hé Marrit! Ben je nou al terug van vakantie?
'Ja, al twee weken eigenlijk.'
Maar waarom komt er dan niks op je blog? Ben je me vergeten ofzo?
'Nee, nou, dus, dat komt zo. Ik ben fysiek niet meer op vakantie. Maar dat hoofd van mij heeft alles nogal losgelaten.'
Oei, klinkt ernstig...
'Nee, valt mee. Dat was de bedoeling. Bij een goede vakantie hóórt je hoofd alles los te laten. En nou komt er niks meer vast te zitten.'
Ehh...
'Ja, da's best onhandig. En ik had het druk. Met dingen. Zoals toch maar weer naar de sportschool gaan. En onkruid wieden. En elke avond werken. Het leven zeg maar.' 
Goed. Heb je ook last van een bipolaire stoornis dat je een verhaal aan jezelf zit te tikken? 
'Geen commentaar.'


Vandaag lag ik onder mijn appelboom in de moestuin een beetje voor mij uit te staren. Tussen de struiken door keek Dromerige Bert mij aan. Dromerige Bert, zo heet onze tuinkabouter. (Niet voor iedereen. De grote freule heeft het mannetje zich toegeëigend en hem omgedoopt tot Sterretje. Het arme kereltje.) En zo dacht ik ineens weer aan de zondagmorgen waarop wij zo maar in een begrafenis verzeild raakten. In de netten van de buren hing namelijk een dode vogel. Hij had verstrikt gezeten en was, nou ja, heel erg dood. De meisjes vonden hem en tja, zo werden hun tere kinderzieltjes ineens hard geconfronteerd met de bittere werkelijkheid van het bestaan. We zeiden 'ach wat zielig'. En 'mooie vogel.' En 'kijk eens wat een prachtige snavel hij had.' En daarmee was de kous wel een beetje af. Tot de freules het arme beest nog een keer vonden, dit maar weggegooid op de mesthoop door hun eigen vader. Er brak een klein pleurisje uit. 


Zo moesten wij ineens een volwaardige vogeluitvaart verzorgen. Dat bleek niet moeilijk. We groeven een gat, haalde heilig moestuinwater, 'waar hij zo van had gehouden', gingen plechtig rond het graf staam en zongen een droevig lied. 'Nu vaarwel...' Dat leek even gepast, die eerste zin. Daar hield het dan ook meteen op. De rest van de tekst paste helemaal niet meer bij een begrafenis: 'Leef vrij en blij.' Ehm nee, dat ging deze vogel niet meer doen. Maar het slot was dan wel weer mooi: 'Denk aan jou, doe dat dan ook aan mij.' Nou ja, dode vogels kunnen vast heel goed terug denken aan de kinderen die ze begraven hebben. Dus dat lied zat ook wel goed. Tot slot zetten we Dromerige Bert naast het graf, zodat hij over de arme vogel kon waken. Tot in de eeuwigheid. Zijn Dromerige Berten heel goed in. 

Maar nu moeten we dus elke keer als we in de moestuin zijn, even bij Dromerige Bert en de dode vogel kijken. Tot afschuw van de grote freule zat er al tot twee keer toe een slak op de kabouter. Vandaag zat ie zelfs in zijn broek. En wat doe je met dat soort dieren? Juist! Die plet je doelgericht met je hak, en vorm je om tot een wanstaltig prutje. 'Want slakken zijn hele vervelende en afschuwelijke beesten.' Tot zo ver de kinder-dierenempathie. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten