Pagina's

maandag 19 januari 2015

Spiegel







































Van de week keek in de spiegel.
Toen zag ik het ineens.
Er stond daar een vrouw.
Niet het vertrouwde spiegelhoofd
(Met een immer charmante glimlach
en net iets opgetrokken kaak zonder onderkin )
van het meisje dat ik altijd was.
Ik zag ineens dat niet alleen het spiegelhoofd me voor de gek hield
mijn algemene beeld van mezelf strookte niet meer met de werkelijkheid.
Ik ben helemaal geen meisje meer.
Ik zag een bezorgde vrouw.
Een moeder.

Ja. Er stond een moeder voor de spiegel.
Alleen Marrit ben ik al bijna vijf jaar niet meer.
Ik ben Marrit met drie aanhangsels en een man.
Dat ziet er toch heel anders uit.
Waarom ik het nu pas zag?
Deze week drong het diep tot al mijn vezels door
dat ik niet alleen zorg draag voor dat meisje dat ik was.
Het meisje liet ik achter bij de spiegel in de ziekenhuiskamer
waar ik drie dagen en drie nachten met Otto doorbracht.
Mijn kleine mannetje,
dood en doodziek.
Geveld door twee rottige virussen tegelijk
waardoor hij niks binnenhield en aan alle kanten tegelijk leegliep.

De eerste keer dat hij alles over mij heen braakte,
(lees groene drap van spinazie en alles wat hij de dagen daarvoor had verorberd)
vond ik het een macaber maar lachwekkend dieptepunt in mijn moederschap.
Terwijl ik de kots van me afstroopte stond ik te hikken van het lachen.
Erger dan dit ging het niet worden.
Maar toen deze scene zich maar bleef herhalen
was er niks grappigs meer aan.
Een sonde deden ze hem in zijn neus
en slap onderging hij deze hele ellende in mijn armen.
Onderwijl elk half uur volle luiers en kleren producerend.
(Oke, er kwam nog een erger dieptepunt.
Alleen lezen als je tegen smerige dingen kan...
Terwijl ik Otto uit zijn diarree kleren hielp
begon hij weer stralen melk uit te spugen.
Ik zette het blote mannetje overeind
zodat hij het op de grond kon richten
en mij en de schone kleren zou missen.
Nou ja, toen bleek hij nog niet klaar met poepen te zijn geweest.
De gordijnen van het ziekenhuis moesten er aan geloven.
Het was niet voor het eerst dat ze werden geraakt, vertelde de zuster.
Ik weet niet of ik dat een geruststellend idee vond. )




Na drie lange dagen een heel veel Downton Abbey kijken
begon ik mijn baby weer te herkennen.
Zijn ogen waren niet meer hol en dof
maar begonnen zo nu en dan weer te lachen.
Hij wilde weer op zijn knieën wiebelen en
vond de sonde slang vooral leuk om aan te trekken of om op de kauwen.
Drinken bleef weer binnen
en weg mochten we uit de tijdscapsule waar ik me drie dagen in had gewaand.
Ik ben nog nooit zo dankbaar geweest voor ziekenhuizen
en sondes en ORS.
Mijn mannetje doet het weer
en dat was niet overal op deze wereld vanzelfsprekend geweest.
Een ontluisterend besef
dat van een meisje een vrouw maakte.

 







2 opmerkingen:

  1. Ah got, arme Otto. Zo ziek.
    Helaas weet ik maar al te goed hoe dit voelt Marrit. Dagenlang met je veels te kleine en kwetsbare baby in het ziekenhuis. amper kunnen slapen.
    de mega grote opluchting als hij er weer uit mag. en de dankbaarheid voor al het medische en verzorgende volk op de kinderafdeling.
    En dan die enorme vermoeidheid als je eindelijk weer thuis bent. Helaas weet ik ook dat het best een hele tijd kan duren voordat je weer bent bekomen van de schrik. Gelukkig worden kleine jongetjes uiteindelijk heel groot en sterk en gaan ze stoeien en dansen en protesteren en schreeuwen en is er niets meer te merken van dat ooit-zo-ziek-zijn. liefs Sara (en een knuffel voor Otto)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. je verhaal raakt me! wat kan jij elke keer mooi en innemend schrijven. En ja, van een meisje naar een mama; een mama waarvan je ooit droomde het te worden toen je een klein meisje was. Gelukkig dat het nu weer goed gaat met Otto. Groetjes kathy

    BeantwoordenVerwijderen