Elk jaar moeten we er heel even over nadenken. Zeg, die moestuin. Gaan we dat nog doen? Hebben we genoeg tijd? Is het nog wel haalbaar? Als we tenminste meer dan gras willen kweken? Het antwoord dit jaar was een volmondig JA! Tijd hebben we niet, voor niks. Maar leuk vinden we het altijd. Er is niks beter tegen chagrijn, stress, draken van kinderen en algehele malaise dan een tuin. Een beetje in de grond poeren en alles is vergeven en vergeten. Dus. Daar gingen we weer. De tuin winterklaar maken. In het voorjaar ja. We lopen altijd een seizoen achter. Geeft niks. Je graaft nog wat oogst op. En het lijkt heel even of je het onkruid onder controle hebt. Omdat het nog niet is begonnen met groeien.
Wat dankbare planten laten zich zelfs al op hun best zien. Zonder dat ze ooit aandacht krijgen. Dat is toch mooi van die natuur hè, dat doet het maar gewoon, zonder iets terug te verwachten. We hadden wilde herinrichtingsplannen gemaakt. Maar, zoals dat gaat bij ons, kwam er natuurlijk niks van terecht. Redden wat er te redden valt bleek maar weer eens de enige regel die op ons moesje van toepassing is. Dus spitten tot we een ons wegen, een vreugdevuur aanmaken met al het snoeiafval en de nieuwe frambozen die we van onze lieve buren kregen zo snel mogelijk in de grond zetten. En, een heel treurig taakje, kijken wat er van de zorgvuldig opgebouwde zaadvoorraad over is. Nou ja, behalve wat rattenpoep, papiersnippers van de zakjes en bonenschilletjes niet veel. Ik moest nog net niet huilen. Krijg je als je je doos zonder deksel in de tuin vergeet...
Zoals mijn timmerman lieflijk zei: 'Ruimt wel lekker op.' Marie Kondo zou trots op hem zijn. Gelukkig moesten we vorige week naar Frankrijk. Daar hebben ze heerlijke supermarkten met eindeloze rijen exotische zaden en pootaardappelen. Kom maar op met dat lenteweer. Wij hebben zin in courgettes, rosevalletjes, drie soorten spinazie en, niet te vergeten, die eerste rabarbercrumble!