Pagina's

zaterdag 28 mei 2016

Koningin van het jarig zijn

Als ik dan stiekem toch allemaal oude koeien uit de sloot aan het halen ben, zoals de afgelopen drie blogs, dan kan een verjaardagsblogje van bijna twee maanden geleden er ook nog wel bij. Het voelt namelijk ook nog als gisteren dat we tot over onze oren in de traktaties en feestjes en taart zaten. Zal wel komen door al die vakantieweken en vrije dagen, die tellen niet mee in het echte leven. Als je zo denkt, dan valt het eigenlijk nog best mee. Dan is het hooguit een week of twee geleden dat we deze verjaardag vierden. (Ja. Mensen. Dit was een confronterend kijkje in mijn brein dat altijd de neiging heeft om tijd naar mijn standaard te buigen. En om een loopje te nemen met de werkelijkheid. Ik vecht er al jaren tegen. Geloof mij, het is zinloos. Geef me maar gewoon gelijk.)

Dus, de grote freule werd nog een beetje groter, en dat kwam niet alleen door die enorme verjaardagstaarten. Waar je overigens nooit die blauwe van moet eten. Echt niet. Je verwacht onder zo'n klassieke fototaart slagroom en smakeloze cake. Dat zou best prima te hachelen zijn. Maar hieronder zat iets dat voor chocoladesmurrie moest doorgaan en met mierzoete kersenjam. Echt, echt geen aanrader. En ik kan het weten, want ik eet alles, ze noemen mij niet voor niets thuis liefkozend Cleanbin de vuilnisbak.

Omdat het kind zo groot werd, bestelden wij, in een weken durend wik en weeg en google proces, een grandioze nieuwe fiets voor haar. U weet vast nog wel hoe diepgeworteld die fietsenliefde zit. Ik schreef er al eerder over. Nou goed. Het wensenlijstje werd afgestreept en zo vonden wij de perfecte 'blauwe fiets, met voorrekje en een zadel dat in een kommetje loopt'. Je doet uiteindelijk toch alles voor die strontverwende kinderen he? 
De fiets kwam, opa en oma gaven hem, hij werd extatisch unboxed en hartstochtelijk uitgeprobeerd. Wat bleek? Die grote freule was net ietsjepietsje minder groot dan we dachten. De fietstocht was levensgevaarlijk, het kind des duivels en de verjaardag niet zo feestelijk meer. We hadden een PROBLEEM. Maar soms zijn dingen uiteindelijk toch niet zo moeilijk als ze op het eerste gezicht lijken. De internetwinkel die de fiets gebracht had, bleek hier tien minuten vandaan, op zondagochtend open en een maatje kleiner op voorraad te hebben. Goddank zit er af en toe iets mee in de strijd tegen de elementen. 


Zo hadden we uiteindelijk toch een grote stralende jarige, en konden alle gasten opgelucht (de lekkere) taart eten! Hoera! 

(Ja, dit is de jarige, naast al haar kado's en in al haar kado's, terwijl ze probeert te doen alsof ze een pop is. Dat je het even weet.)

Nu vaarwel

PROLOOG
Hé Marrit! Ben je nou al terug van vakantie?
'Ja, al twee weken eigenlijk.'
Maar waarom komt er dan niks op je blog? Ben je me vergeten ofzo?
'Nee, nou, dus, dat komt zo. Ik ben fysiek niet meer op vakantie. Maar dat hoofd van mij heeft alles nogal losgelaten.'
Oei, klinkt ernstig...
'Nee, valt mee. Dat was de bedoeling. Bij een goede vakantie hóórt je hoofd alles los te laten. En nou komt er niks meer vast te zitten.'
Ehh...
'Ja, da's best onhandig. En ik had het druk. Met dingen. Zoals toch maar weer naar de sportschool gaan. En onkruid wieden. En elke avond werken. Het leven zeg maar.' 
Goed. Heb je ook last van een bipolaire stoornis dat je een verhaal aan jezelf zit te tikken? 
'Geen commentaar.'


Vandaag lag ik onder mijn appelboom in de moestuin een beetje voor mij uit te staren. Tussen de struiken door keek Dromerige Bert mij aan. Dromerige Bert, zo heet onze tuinkabouter. (Niet voor iedereen. De grote freule heeft het mannetje zich toegeëigend en hem omgedoopt tot Sterretje. Het arme kereltje.) En zo dacht ik ineens weer aan de zondagmorgen waarop wij zo maar in een begrafenis verzeild raakten. In de netten van de buren hing namelijk een dode vogel. Hij had verstrikt gezeten en was, nou ja, heel erg dood. De meisjes vonden hem en tja, zo werden hun tere kinderzieltjes ineens hard geconfronteerd met de bittere werkelijkheid van het bestaan. We zeiden 'ach wat zielig'. En 'mooie vogel.' En 'kijk eens wat een prachtige snavel hij had.' En daarmee was de kous wel een beetje af. Tot de freules het arme beest nog een keer vonden, dit maar weggegooid op de mesthoop door hun eigen vader. Er brak een klein pleurisje uit. 


Zo moesten wij ineens een volwaardige vogeluitvaart verzorgen. Dat bleek niet moeilijk. We groeven een gat, haalde heilig moestuinwater, 'waar hij zo van had gehouden', gingen plechtig rond het graf staam en zongen een droevig lied. 'Nu vaarwel...' Dat leek even gepast, die eerste zin. Daar hield het dan ook meteen op. De rest van de tekst paste helemaal niet meer bij een begrafenis: 'Leef vrij en blij.' Ehm nee, dat ging deze vogel niet meer doen. Maar het slot was dan wel weer mooi: 'Denk aan jou, doe dat dan ook aan mij.' Nou ja, dode vogels kunnen vast heel goed terug denken aan de kinderen die ze begraven hebben. Dus dat lied zat ook wel goed. Tot slot zetten we Dromerige Bert naast het graf, zodat hij over de arme vogel kon waken. Tot in de eeuwigheid. Zijn Dromerige Berten heel goed in. 

Maar nu moeten we dus elke keer als we in de moestuin zijn, even bij Dromerige Bert en de dode vogel kijken. Tot afschuw van de grote freule zat er al tot twee keer toe een slak op de kabouter. Vandaag zat ie zelfs in zijn broek. En wat doe je met dat soort dieren? Juist! Die plet je doelgericht met je hak, en vorm je om tot een wanstaltig prutje. 'Want slakken zijn hele vervelende en afschuwelijke beesten.' Tot zo ver de kinder-dierenempathie. 

vrijdag 20 mei 2016

Kou



Goed. Het slaat helemaal nergens op dit blogje. Maar het staat al wéken klaar. Nee, máánden. Van toen we nog in de kou en winter zaten. Van toen wintersport bij het seizoen paste. Maar ja. De knop 'publiceren' indrukken, was nog niet gelukt. Dus excuus. Misschien lijkt het weer vandaag beter als je bedenkt dat je ook in de sneeuw had kunnen zitten. Ofzo.
(Het is een beetje als de was na de vakantie. Die krijg ik ook altijd wekenlang niet weggewerkt. Zo is het ook met die foto's...)




Goed. Een eeuw geleden gingen we dus skiën. Met twee freules. Daar ging een heleboel een getwijfel aan vooraf. Vooral het schrikbeeld dat ik heftig zwetend in een dik skipak in een donkere skilocker ruimte naar lichtknopjes aan het zoeken was, onderwijl gevallen wantjes uit een plasje gesmolten sneeuw vissend, en onwillige kinderen insmerend terwijl ik een stapel ski's en stokken niet probeer om te laten vallen, hield me wat tegen. Het gedoe. Maar we gingen toch. Wat je weet: sneeuw, zon, van bergen af glijden is het leukste wat er maar is. Vind ik dan.
En weet je wat? Dat bleken die freules ook ineens te vinden! Met hun toen nog vier en vijf jaar. De eerste dag was er nog wat paniek en gegil en gedram op de piste. Maar eenmaal tussen onze benen in geklemd zoefden we gezellig naar beneden. Dag twee begonnen de klasjes. Ik zag al weer van die doemtaferelen voor me met dramatisch huilende kinderen die de hele dag bevroren op een hellinkje sneeuw geplakt zouden liggen. Nou niks hoor. Dag twee konden die freules gewoon skiën. De een werd subiet gepromoveerd tot 'sneeuwvlok' en mocht de skilift in en de piste op. De ander leerde remmen. Wat niet overbodig bleek later die week, toen ze zich met doodsverachting van elke helling recht naar beneden liet donderen. 
En zo gingen dag drie, vier en vijf en zes voorbij. Het was fantastisch. 's Ochtends met z'n tweetjes op pad, 's middags met elkaar zingend in een treintje de berg af. Dat had ik nooit, nooit, NOOIT! kunnen denken. Dat ze het gewoon even leuk zouden vinden als wij. Dat ze bochten zouden kunnen draaien en remmen en in liften stappen en niks eng vinden. Ik weet dat ouders hun kinderen altijd fantastisch vinden. (Nee, meestal). Maar zo uit mijn voegen barstend van trots was ik nog nooit geweest. Wat een knappe kinderen! En zo leuk en gezellig ook. Er ging er ook nog een helemaal alleen 'lait' halen in de Franse supermarkt. En ze zaten ook nog uren in bad (met hun slee) zoet te spelen. En een ander vrat elke Franse kaas onder onze neus vandaan. Nee, ze leken echt ineens heel erg leuk die meisjes. 

Zo stonden we dus een week lang jubelend van geluk op een berg in de kou. Das goed voor een mens. 




 Nou goed, het bruggetje naar een andere berg, eentje in de hitte, is hierna nog maar klein. Dus wordt vervolgd, met andere vakantie avonturen!

zondag 8 mei 2016

Even op een berg


Excuus. Ik zit op een Turkse berg. Daar doe ik niks. Ehm, weinig. Nee, zo min mogelijk. Elke dag wil ik een blog schrijven, dat wel. Maar pas zei iemand tegen mij: 'Niet alles wat je wil, hoef je te doen.' Zodoende. 


Dus als ik niet meer in de zon hoef te zitten, in het zwembad hoef te duiken, aan zee een biertje hoef te drinken, of 's avonds een boek te lezen dan wel drie afleveringen van Game of Thrones achter elkaar hoef te kijken, nou dan ben ik er weer. Ondertussen verzamel ik wel wat goede verhalen, deal?