Pagina's

maandag 29 februari 2016

Perfectie- Portretjes #12




Als je mij vroeger had gevraagd hoe een perfecte middag met mijn toekomstige kinderen eruit had gezien, had ik ongetwijfeld geantwoord: knutselend aan een grote keukentafel. Wist ik veel. Dat dat helemaal nooit perfect verloopt. Kwade kleuters omdat hun werkje mislukt, tafel, kinderen en jijzelf onder de lijm, glitters of toch niet zo uitwasbare verf en nooit het eindresultaat dat iemand voor ogen had. Ik weet nu wel beter. 


Een perfecte middag is er een zoals die van vorige week dinsdag. Een wandeling met vrolijke kinderen en een doorkomende zon, een avontuurlijke tocht door de duinen, bijna weggestormd worden op het strand en dan lekker binnen warme chocolademelk drinken in een strandtent. Met vegakroketten. Buiten slaat zo nu en dan de regen genadeloos tegen de ruiten, binnen is het gezellig rustig, licht en er is een speelhoek. Na een uur staat elk kind bij een ander tafeltje te kletsen, met mensen die minstens even vertederd naar je kinderen kijken als jijzelf. Het strandlicht weerkaatst in hun ogen, ze vermaken zich met niks. Elke keer als je denkt, nu zal ik toch echt moeten gaan, begint het meteen te stortregenen. Je kunt niet weg, je hoeft niks meer. Alleen daar zitten, je overgeven aan het moment en naar buiten staren. Heel, heel even is het perfect. 


Lucht en licht


 'U moet die arme stadse kindjes eens mee naar buiten nemen. Wat zeelucht zou ze goed doen.' Geen dokter die het tegen mij zei, maar toch nam ik het advies ter harte. Drie zwakke, net niet meer zieke, maar zeer magere, bleke smoeltjes pakte ik in een auto en reed ze naar Texel. Na elf dagen koorts was het tijd voor echt herstel. Het begon goed, ik miste de boot en zo doende konden we meteen een bak friet naar binnen werken. Je hebt geen idee hoe blij ik was dat al die patatten verslonden werden. Er ging voedsel in. Nog voor de vakantie begonnen was, was ie al geslaagd.
We trotseerden storm en regen, zetten Timmerlief op zondag weer op de boot naar huis en begonnen aan een #alleenopvakantiemetmntrio sessie. Ik word er zowaar een expert in. En toen gebeurde het. De stekker van het voorjaar ging erin. Licht ging schijnen en de sneeuwklokjes schreeuwden ons tegemoet. Met de dag werd ik vrolijker en het trio minder bleek. Noem me pathetisch, maar mijn god wat kan ik gelukkig worden van warme zon op mijn gezicht. En een juichende Otto in het bos.



Ik voerde m'n trio koek, slagroom, vis, en alles wat ik maar kon bedenken om ze weer dik en blozend te krijgen, lokte ze elke dag mee naar buiten, deed ze uitzonderlijk vroeg in bed en na een week kan ik nu concluderen: deze retraite was een fantastisch idee. Alleen jammer dat ik meende mezelf ook te moeten aansterken middels overdreven veel taart en kaasplankjes in strandtenten. Ach. Liever dik dan treurig.

zondag 21 februari 2016

Zoals het zou kunnen zijn

Heel soms maak ik in mijn huis foto's van hoe het zou kunnen zijn. Er is elke week ongeveer één uur waarin dat kan. Het uur nadat de schoonmaakster net weg is, en de rest van het gezin nog niet terug. Heel even lijkt het op het huis zoals ik het wel eens in gedachte heb. Zie hier foto's van de vernieuwde kamers van de freules, zoals ze zouden kunnen zijn. 
Af en toe denk ik dat ik er wel wat verstand van heb, hoe een leuke kinderkamer eruit zou kunnen zien. Een paar jaar geleden maakten we bijvoorbeeld een huisjesbed. Een soort bedstee, met plankjes, nisjes en een venster dat open en dicht kan. Een bed om nooit meer te verlaten. Dachten we. Twee jaar later dacht de rechtmatige eigenaresse daar heel anders over. Elke keer als we op vakantie waren riep ze bij het zien van de soort ziekenhuisbedjes die in vakantiehuisjes staan verrukt uit: 'Dit! Precies zo'n bed wil ik!' Waarop wij stamelden, 'maar je hebt een bed. Het leukste bed van de wereld.' Maar nee, het huisjesbed voldeed niet meer. Het was niet hetzelfde als dat van haar vriendinnen, je kon er niet makkelijk op zitten en nog meer onnavolgbare redenaties volgden over alle verschrikkelijke eigenschappen van de bedstee. Ze wilde een gewóón bed. Tss. 

Tegelijkertijd was er nog een freule in ons huishouden die zich best bescheiden opstelt. Alles is wel goed. Maar die begon ook ineens te morren over haar bed. Een lief stapelbedje. Waar ze niet meer in zou passen. Toen we nog eens goed keken bleek het magere scharminkel inderdaad nogal klem te liggen tussen de latjes en alleen moeilijk opgevouwen op haar matrasje, formaat ledikant, te passen. Goed. Oke. Ze had een punt. Haar wens? Een huisjesbed. Nah.
Een en een is twee: we gingen van kamer ruilen! Hoppa, een beddenwens vervuld. Ik deed wat leuke styling, met egeltjes, objectjes, plantjes en andere dingen die wel eens in een magazine staan. Haalde zelfs een hele kast leeg voor wat minimalistisch effect. En was bijna tevreden. De kleine freule niet. Die deed alle stilistisch verantwoorde prullaria in een hoek, zette prominent een pastelkleurig plastic kasteel in haar kamer en bevoorraadde haar bed met duizenden onooglijke knuffels. Wat dacht ik ook wel niet.

Nou goed. Project twee: het maken van een perfect normaal, gewoon, ontzettend saai en degelijk bed. Voor een meisje van vijf met een Timmerman als vader. We ontwierpen wat en nog wat en lieten heel veel leuke plaatjes zien. De klant keurde dit alles geen blik waardig. Er zat niks anders op. Wilde ze ooit weer gaan slapen, dan moest en zou er een gewoon bed komen. Zo'n matras tussen een hoofd en voeteneind. Zodat ze haar bed lekker netjes kon opmaken. Want dan doen meisjes van vijf blijkbaar heel graag. Gelukkig kregen we er op het laatste moment nog een heel fijne gadget in gefietst: het doodgewone bed mocht ook uitgerust worden met een logeerfunctie! Ha! Een middagje zagen en toen had dat fantastische Timmerliefje dat samen met een vriend gewoon maar weer gefixed.
De logeerfunctie valt zeer in de smaak. Je kunt er met je vriendinnen alle poppen uit het hele huis in te bedde leggen. Je zusje mag in de weekenden bij jou komen slapen. En als je ziek bent, kan je vader gewoon de hele week naast je liggen.
Ja, ook hier deed ik nog een manmoedige poging tot styling. Maar goed. Alle leuke kleedjes liggen inmiddels op zolder een ingestorte hut vol kattenhaar voor te stellen, het plantje heeft sinds aanschaf geen water meer gekregen en op van die leuke kartonnen doosjes met grafische print voor gevonden schatten zijn inmiddels barbiestickers geplakt. I give up.


Ik weet niet hoe al die mensen met perfecte huizen in een stijl dat toch doen, maar hier lukt het niet. Hier wonen mensen met uitgesproken meningen. Die kun je maar beter alle vrijheid van een eigen kamer geven. Wat zeg ik, eigen verdieping. Dat komt de wereldvrede ten goede. En de nachtrust. Want daar waren die kamers per slot van rekening voor.

zaterdag 13 februari 2016

Februari- portretjes #11



Eerst was het januari. Nu is het februari. Goh, hoor ik u allen denken, verrassend. Nee, dat is het niet. Elk jaar komt na die verrotte januari maand, februari. Net zo donker, net zo nat, en iedereen is inmiddels zo moe van al dat miezerige winterweer dat ie in februari in een depressie schiet of ziek wordt. Tot zo ver mijn zonnige kant. 

Om een beetje gelukkig te blijven, vluchtten we op een zeldzaam droog moment naar buiten. Beetje wandelen, beetje verkleumen, beetje proberen de dreumes de kunst van het wandelen bij te brengen. ('Ja mooi steentje Otto, kom maar. Gaan we lópen. Ja. Zand. Ja, boom ja. Kom, geef me maar een handje. Nee? Oh los. Ja, maar we gaan vérder lopen. Dag Otto, wij gaan! Dag! Oh ga je toch mee? Je hoeft niet te rennen, oh, ja au ja. Ben je gevallen? Kom. Ja, mooi steentje ja.'Etc.) Nou goed, zo tussen onze enorme wandeltochten moesten we ook even opwarmen. En zo kon ik de frisse blossen van ons trio vastleggen, met iets zwarts op de achtergrond. Is weer eens wat anders. 




Inmiddels zijn we bijna halverwege februari. Ik dacht dat ik voor het eerst wel een goede overlevingsstrategie had gevonden. Namelijk alle vakanties van het jaar al volplempen met steengoede plannen. Als je avond aan avond tickets, huisjes en complete vakanties boekt, dan zie je zo weer een fijne, zonnige, warme toekomst voor je. Ja, ik zag het ineens helemaal niet zo somber meer in. Bovendien leek er een wonder te zijn gebeurd. Otto was maar liefst twee maanden niet ziek geweest. Heel even dacht ik dat ik met een gezond en sterk gezin te maken had. Te vroeg gejuicht. Twee van de drie trioleden Update: drie van de trioleden zijn inmiddels zwaar geveld door een of ander hardnekkig griepje, dat al vier dagen lang ze met veertig graden koorts in bed houdt. 



Daar kan ik heel zielig over doen. Want twee zieke freules betekent: zeer weinig slaap, zeer veel hartverscheurend gesnik, zeer veel zorgen en er donder op kunnen zeggen dat als zij beter zijn, dat nummer drie dan alsnog omvalt. Oh ja, en zo'n griepgolf komt natuurlijk altijd in de drukste weken voor een deadline. Maar er zijn ook zeer veel voordelen aan zieke kinderen. Echt waar. Let op:

1. je hoeft ze niet naar school te brengen
2. je hoeft ze niet uit school te halen 
3. je hoeft ze niet van speelafspraakjes te halen
4. je hoeft bijna geen boodschappen meer te doen
5. je kunt eindelijk koken waar je zelf zin in hebt, zij eten toch niet
6. je kunt ze ongegeneerd de hele dag voor de tv zetten zodat je zelf kunt werken
7. Ze blijven daar dan ook daadwerkelijk de hele dag zitten, omdat ze niet meer kunnen bewegen
8. Je krijgt hele warme kusjes
9. Ze maken geen ruzie, daar hebben ze geen energie voor
10. Je leert een heel arsenaal aan interessante behandelmethodes. 

Vooral aan punt 10 was ik vandaag toe. Zo snipperde ik een ui, rolde die in een gaasje en snoerde ik twee 'uienvingers' met een wollen hoofdband vast achter de oren van mijn dochter. Alsof ze al niet erg genoeg stonk, deed ik haar voor het naar bed gaan ook nog eens in een bad waarin ik achtereenvolgens lemniscaten in het water draaide, een citroen in uitkneep en tenslotte een mengsel van melk, honing en ei ingoot. Ik bezweer u: ik ben volledig toerekeningsvatbaar. 

Maar weet je, als je die verrotte griep dan toch niet van ze over kunt nemen, kun je net zo goed alle oeroude grootmoeders gebruiken en vage rituelen inzetten die je maar kunt vinden. Ik zeg: morgen gezond allemaal weer op. (Gaan we dan een methode vinden om de frikadel speciaal lucht uit de bank te krijgen)




dinsdag 2 februari 2016

Nieuwe maan



In een week tijd vergat ik een studiedag van school, Otto's laatste dag op de babygroep van de crèche met bijbehorend afscheid en traktatie, raakte ik de enige fietssleutels kwijt die we elke dag nodig hebben en ik kan nog wel even doorgaan met dit lijstje, ware het niet dat ik de rest alweer ben vergeten. Dat is geen grap. Ik ben écht alles de hele dag kwijt. Niet alleen dingen, alles. Ik hoop dat het ooit nog goed komt. Voor nu wijt ik het aan de ijsmaan. Dat is de naam van de volle maan die vorige week scheen. Ik had er nog nooit van gehoord, maar iemand die ook alles kwijt was wees me erop. (ook een moeder met drie jonge kinderen en een zzp bestaan trouwens. Hier had ik nog geen link in gezien) Dat die maan voor verstoring zorgde en voor een nieuw begin. Een schone lei waardoor je afscheid kan nemen van oude dingen. En voor nog meer dingen waar volle manen als schuldigen voor aan zijn te wijzen. Als je googelt dat vind je enorm verhelderende dingen. Zoals dit stukje. Geinig. Maar vooral, als dit dan zo is, dan heb ik bij deze afscheid genomen van mijn gezond verstand. Dat was ik niet van plan. Mijn spullen moesten de deur uit, niet mijn hersens. Timmerlief is overigens van mening dat ik gewoon eens meer zou moeten slapen dan zes uur per nacht. Dat idee ga ik nu eens uitproberen. (zo meteen dus, als dit stukkie af is)

En dan nog eens een zeer ernstig portret van ons verse 'Maantje', want zo heet de nieuwe peutergroep van de crèche waar Otto morgen voor het eerst naar toe gaat. Mijn hemel. Alweer 21 maanden voorbij. Ernstig zie ik hem niet zo vaak, het is een druk, lachend feestnummer die broer. Een liefje. Een grappenmaker. Hij trakteerde trouwens toch hoor. Ik kan best nog net voor middernacht zakjes vullen met dingen uit mijn voorraadkast. Klei, rozijntjes, confetti, hij was er in de wolken mee. (Wist hij veel dat z'n zussen op zelf genaaide en bestempelde knikkerzakjes hadden getrakteerd toen ze afscheid namen.) 'Mooi! Mooi!' riep hij de hele weg naar het kinderdagverblijf toe, terwijl hij er drie tegelijk vasthield. Binnen trok hij niet eens zijn jas uit, maar begon hij meteen met uitdelen. Hij had onderweg al bedacht welk zakje voor welk kindje was. Echt. Hij noemde de namen erbij. En zo breekt inderdaad, ijsmaan of niet, een nieuwe fase aan. Het verse aan mijn babyjongetje is er af. Misschien wilde ik dat wel gewoon vergeten...