Pagina's

woensdag 25 november 2015

Geen beter geloof dan in Sinterklaas

Ik zou een hele verhandeling kunnen houden waarom ik niet in goden en religies geloof, maar wel in Sinterklaas. Ik zou daarbij heel veel argumenten kunnen gebruiken met dingen als: geven en delen, aandacht voor elkaar hebben, de magie van wonderen, de liefde voor taal aanwakkeren door te dichten en de heerlijkheid om vilein commentaar vrolijk te brengen. Maar dat doe ik niet. 





Het is nog veel simpeler. Het geluk van deze weken met de Goedheiligman in ons midden is het hoogst haalbare voor mij als moeder. Dat. Die gezichten. De opwinding. Het heilige Sinterklaasjournaal. De intocht. Het schoen zetten, met z'n allen zingen voor de kachel met de accordeon. En de opgewonden kreten als er de volgende ochtend iets uit te pakken is. En vooral hoe serieus ze de vermanende gedichten nemen die er bij hun kadootjes zitten. Het voorlezen van onze vele Sint boeken. Het knutselen van pieten, boten en mijters. Het verkleed als Piet naar school gaan. Het is alles. Kijk maar naar die gezichten. Extase, spanning, geluk, puur geluk. Dat kunnen we allemaal wel een beetje gebruiken. 








woensdag 18 november 2015

Van die momenten
















Soms wil ik, heel kinderachtig misschien, me opsluiten in mijn eigen luchtbel. De rest even vergeten. Dat gaat ook wel noodgedwongen, omdat het dagelijks leven gewoon doorgaat, ook al vergaat de wereld een paar uur rijden verderop in Parijs. Herman van Veen zong er een prachtig liedje over (dat ik vast al eens eerder deelde, maar ach): 

Ik wil niet dat de angst de overhand krijgt, ik wil niet hoeven denken als ik naar een concert ga, of met de trein 'wat als..?'. Ik wil het niet, maar mijn hoofd is in opperste staat van paraatheid. Ik schrik 's nachts wakker van schreeuwende mensen op straat. Ze schreeuwen al jaren onder mijn raam op de terugweg van het café,  maar ik sliep er al een tijdje doorheen. Nu niet. Elke nacht sta ik weer uit het raam te kijken of het allemaal wel goed gaat en of die knal mijn fiets is die omgetrapt werd, of toch iets anders. Niets helpt tegen die paraatheid, geen nieuwsartikel, herdenkingsgebaar, wijze woorden van een slachtoffer of nabestaande of columnist. En geen mens heeft wat aan mijn overprikkelde zenuwsysteem. Daarom kijk ik maar naar mijn kleine bubbel en wat voor moois daaruit komt. Dat helpt. Het ontzenuwt. Sterke kinderen in deze wereld grootbrengen, met liefde voor alles en iedereen om hen heen, dat is volgens mij wat we moeten doen. Het is in ieder geval mijn manier. 


Daarom wat plaatjes van gelukkige momenten, van ergens gewoon zijn, met elkaar. Het waren de laatste dagen van de herfstvakantie, m'n timmerlief was terug naar zijn werk, dus ik ging weer eens over tot een missie-alleen-op-vakantie-met-m'n-trio. We deden alleen dingen waar iedereen zin in had. Dat bleek een klimparcours te zijn door het bos, waar de grote freule zich als een aap door de bomen slingerde. Haar zus stond op de grond haar met  afgrijzen en open mond aan te kijken. Geen haar op haar hoofd dat zij ooit in een boom klimt, veel te hoog. Zij wandelde liever door naar het strand, waar we een hele middag van duinen rolden, kastelen bouwden, pootje baadden en uiteindelijk de zon zagen onder gaan. Terwijl we zo door de branding sjokten, verzuchtte Savine tegen mij 'Dit was denk ik het allerleukste van alle vakanties ooit.' Wat 'dit' was? Ik denk gewoon het zijn, het mooie licht, de zon, het strand, elkaar. Soms is er helemaal niks anders nodig om gelukkig te zijn, dan een hoofd dat gelukkig wíl zijn en van een moment kan genieten. 


dinsdag 10 november 2015

Hieperderpiep en in de gloria! Vierjaardag to the max


Ik ben een beetje moe. Ga dan eens naar bed, hoor ik u denken. Als je moe bent, ga je geen blog zitten tikken, dan ga je slapen. Ja. Daar heeft u helemaal gelijk in. Maar mijn dochter was jarig. En werd vier. VIER! Weet je hoe groot dat is? En hoe levensveranderend dat is? Voor haar, maar ook voor mij. Ik heb nu twee schoolgaande kinderen. En daar moest ik een week lang stiekem om snikken. Hoezo werd mijn kleine kabouter ook ineens een schoolkind? En ik moest deze gebeurtenis ook drie keer vieren. Vandaar dat beetje moe.

 Nou goed. Nu hielpen al die feestjes er wel bij dat de feestvreugde overheerste en niet de melancholie. Bovendien hoefde ik me ook niet te vervelen, want er moest natuurlijk een kado komen, een zelfgemaakt kado. Want dat hebben we nou eenmaal er als een soort traditie in laten sluipen. Ik stikte in de avonduren van de vakantie een tipi in elkaar. Dat klinkt alsof ik dat heel normaal vind, maar dat is natuurlijk niet zo. Ik kan namelijk helemaal niet naaien. Of precies werken, of me aan werkbeschrijvingen houden. En ik twijfel bij elke handeling of ik toch een heel ander ontwerp moet maken. Doodvermoeiend om mij te zijn. En om mij aan te horen in dit helse tipi proces. Het was wel een heel voordelig kado: ik recyclede een kersttafelkleed, de timmerman had nog wat stokken over, economisch voordeel tot en met. Verder raakte ik een naaivoet kwijt (ja dat kan blijkbaar) ging verder met een soort ritsnaaivoetje dat het ook best deed, tornde weer eens wat los, stikte dingen weer aan elkaar en toen stond daar gewoon een wigwam. Minimalistisch en al. Dat was misschien wel de allergrootste overwinning. Dat het ding niet hels gekleurd is met allerlei tirelantijnen. 



Je zou zeggen, klaar! Maar er moest ook nog worden getrakteerd (de lelijkste kabouters ooit!), een verjaardagsshirt worden gemaakt (ook volgens de traditie om half 1 's nachts) en een kabouterfeest worden georganiseerd. Met kaboutermutsen en zo. De naaimachine stond er toch. 






 Het feest was echt allerschattigst. Na elk kado stamelde de jarige: 'dit is precies wat ik wou....'. Die precieze wensen bleken uit een schoffel te bestaan. En knutselpapier. Had ik al eens gezegd dat de kleine freule een fijn kind is? Nou bij deze. Ianthe is een heel, heel fijn kind.

Toen waren er ineens kabouterschatten kwijt en schreef kabouter Spinnenbin ons brieven. De schatten en ook nog paddenstoelen werden weer gevonden, we deden moeilijke spelletjes, kregen nog meer briefjes met boodschappen en eetbare steentjes en kabouterstenen die mee naar huis mochten in een zelfversierd doosje en poffertjes. En een fles wijn toe. (voor mij, weest gerust.) Oh ja, en er was ook een vijfjarige dochter die als een draak om de vijf minuten een krijsbui kreeg. Omdat zij niet alle kado's kreeg, als eerste mocht of heel belangrijk was. Tis me wat hoor, verwend zijn. Dat zag ze uiteindelijk zelf ook wel in toen ze snikkend zei: 'Ik mag altijd alles als eerste he mam, Ianthe nooit. Dat vind ik heel moeilijk.' Toch fijn wat zelfinzicht. En knap ook wel. Nu dat gekrijs nog afleren. 
 Kortom, genoeg feestvreugde voor een jaar. Maar toen kwamen de grote mensen nog. Daar bakte ik nou eens geen taart voor, maar kocht er een (en liet mn timmerlief de rest bakken. Zo ben ik.) Zo sneuvelde er toch een van de verjaardagstradities. Maar serieus, als je mij m'n gang laat gaan, komt er elk jaar een traditie bij, en dan kan ik straks mijn baan opgeven en het hele jaar alleen nog maar feestjes voorbereiden. Dat lijkt ook weer niet de bedoeling. Nou goed, dat met grote mensen bleek ook heel gezellig en daar mocht ik in de openbaarheid wijn drinken, dus dat was weer mooi meegenomen. 
En nu ben ik moe. Is iedereen moe. Want van afscheid nemen van de crèche, beginnen op school en feestvieren word je uiteindelijk onhandelbaar. Hoe kan het dat ik dat ook al weer was vergeten?

(Gelukkig huilt Otto al dagen nachten als ik zijn hand niet vast hou, moet ik nog twee pompoenen in Sint Maarten lampionnen omtoveren, iets met werk en reportages en deadlines doen, het sinterklaasjournaal kijken en de intocht voorbereiden, (dit klinkt als een bijzaak, maar nee echt, dat is het niet. Ik geloof zelfs dat het bovenaan mijn prioriteitenlijst in het leven staat. Ik moet namelijk zorgen dat de freules de spanning aankunnen en dat ik niet al te hard huil van ontroering. En dat Otto leert een pietenmuts op te houden. Echt. Meer is er niet. ) maar ik vermoed dat ik volgende week weer zou moeten kunnen gaan slapen. Tot dan!)

donderdag 5 november 2015

Met je voeten in de klei (of blubber of zand of zee)


Van alle liefdes die ik heb, is mijn schoenenliefde wel een van mijn diepstgewortelde. Daar kan ik helemaal niks aan doen, het is een familiekwestie. Mijn moeder bezit onnoemelijk veel paar en mijn oma had al helemaal een kast vol pareltjes. Ik noem gouden muiltjes, ettelijke gevoerde laarzen met sleehak en van die heerlijke jaren zeventig instappers. Niet dat ik deze schoenen nog heb, want mijn moeder is ook gezegend met onstopbare opruimwoede. En zo gebeurde het (ja, nu ga je aan de publieke schandpaal genageld worden moeder!) dat zij zo maar, op een dag, uit mijn kamer thuis, een hele tas vol schoenen oppakte, en in een vuilnisbak smeet. Ja. Sommige mensen kennen geen genade. Ze had er ook nog een excuus voor; 'Ze waren je twee maten te klein.' Heel laag ja, om zo op mijn tante Sidonia minderwaardigheidscomplex in te spelen. Twee maten te klein, dat is een futiliteit als het om prachtig schoeisel gaat. 

(Dit is geen incident hoor. Mijn moeder vond ook de doos met negatieven van alle ALLE! foto's uit mijn jeugd onnoemelijk in de weg staan. En zette ze bij het vuilnis.) 




'Waar gaat dit heen?' hoor ik u denken. 'Dat mens zit over schoenen te wauwelen, terwijl ze plaatjes van het strand laat ziet. Ze is gek.' Ja, dat laatste zou kunnen kloppen, maar ik wil wel een punt maken. Ik heb namelijk een groot probleem. De kinderschoen. Het probleem doet zich voor op meerdere fronten. Ga er maar eens goed voor zitten. 

Punt 1. Er zijn maar weinig leuke kinderschoenenwinkels. De meesten verkopen meisjesschoenen met glitters en lampjes en jongensschoenen met klittenband en auto's erop. Dat vind ik lelijk. En het is een hele toer om te zorgen dat de freules geen lucht krijgen van zulk schoeisel.  

Punt 2. De leuke kinderschoenenwinkels hebben te veel mooie schoenen. Zeker zes paar per kind die ik subiet wil meenemen. Dat kan niet en wel door punt 3.

Punt 3. Leuke kinderschoenen zijn duur. Onbetaalbaar. Meestal zelfs duurder dan de dingen die ik in de uitverkoop voor mezelf uitzoek. En als ze er dan jaren mee zouden doen, zoals ik, zou het geen probleem zijn. Maar: 

Punt 4. Kinderschoenen worden gemiddeld vier maanden oud en worden zeker niet meer de eerbied behandeld die ze verdienen. Een tweeledig probleem dat ik derhalve in twee punten moet opdelen. Dus:

Punt 4.1: kindervoeten groeien te hard. Of te zacht. Of te onvoorspelbaar. Zo kunnen schoenen binnen een dag na aanschaf al te klein zijn. Of de schoenen op de groei blijven maar niet passen. Van die moonboots bijvoorbeeld, die dan midden in de zomer perfect vallen. 

 Punt 4.2 Kinderen lopen nooit op schoenen. Nee. Ze glijden erop door de gang. Ze rennen ermee, door de modder. Of door de klei, en stampen er mee in een plas. Ze laten ze lekker bungelen als ze op een loopfiets rijden. Daardoor zijn ze precies een uur na aanschaf al kaal bij de neus, zitten de veters onherstelbaar in de knoop of gaat een rits nooit meer open of dicht. 

Kort samengevat: ik heb slapeloze nachten als ik op vakantie ga, door de kinderschoen. Want waar ik prima met een paar de deur uit kan lopen, moet ik een heel strategisch plan opstellen voor mijn kinderschare. En eindig ik met drie x vijf paar (die mooie nieuwe, die lelijke buitenspeeldingen, warme sloffen, goede kaplaarzen en de lievelingsgympen) in een tas. Die ze natuurlijk nooit willen aantrekken. AAAAAAAARGH!










 Als ik dan in die berg mooie, vieze, te kleine en kapotte schoenen sta te graaien, vraag ik me voor de honderdduizendste keer af: hoe doen andere mensen dit toch? Hebben die maar 1 paar schoenen per kind en die gaan een heel seizoen mee en daar is iedereen tevreden mee? Of besteedt iedereen de helft van zijn inkomen aan een heel arsenaal aan schattige instappertjes, hippe sandalen, leuke laarsjes, en stoere gympen? En koopt iedereen altijd hele verantwoorde goeie schoenen met zo'n geweldig voetbed voor groeiende kindervoeten? Het zijn raadsels, waar ik volgens mij nooit antwoord op ga vinden. Hoe om te gaan met de kinderschoen? Schreef daar nou maar eens iemand een lekker zelfhulpboek over. 





Nu u weer een kijkje in mijn complexe psyche heeft gekregen, is het ook beter te verklaren waarom ik vaak even vakantie-buitenlucht nodig heb om bij te komen. De problemen, de problemen waarmee ik te maken heb!

(U ziet overigens: het oh zo heerlijke Zeeuwse strand, prachtig Middelburg in de herfst, een fantastisch kasteel en kinderen die genoeg hebben aan blote voeten of een paar kaplaarzen als ze maar lekker buiten in de bosjes kunnen spelen. Insert heel veel hartjes <3 <3)